
In gesprek met Jan Jacobs: drager Blauwe Steen 2024
Jan Jacobs is politieman in hart en nieren. Ook na zijn pensionering januari vorig jaar, blijft zijn hart kloppen voor het politiewerk. Op 23 januari dit jaar ontving hij de Blauwe Steen 2024, een erkenning voor zijn tomeloze inzet als politieman voor dak- en thuislozen in Nijmegen. Naar aanleiding van deze eervolle onderscheiding sprak IntoNijmegen-redacteur Luus Veeken met hem.
De Blauwe Steen op de hoek Burchtstraat en de Broerstraat - welke Nijmegenaar kent die niet? Nu een herdenkingspunt in het wegdek, in lang vervlogen tijden niet bepaald een steen waar het hart van de Nijmegenaar naar uitging. De steen immers was de plek waar vonnissen ten uitvoer werden gebracht: gauwdieven tentoongesteld of, bij ernstiger vergrijpen, handen en oren afgehakt. Ja, zo wreed ging het er vroeger aan toe bij ons. Het Huis van de Binnenstad, een organisatie die zich inzet voor een levendige binnenstad, heeft het symbool van de Blauwe Steen gekanteld tot een prijs voor bijzondere bijdragen aan de Nijmeegse samenleving. De Blauwe Steen erespeld wordt jaarlijks uitgereikt. Voor 2024 dus aan Jan Jacobs.
Bon uit de televisiegids
Jan Jacobs begon zijn carrière als dakdekker. Toen het slecht ging in de bedrijfstak ging hij op zoek naar een andere baan. ‘Het politiewerk leek me wel wat. Ik heb een bon uit de televisiegids ingevuld en kon aan de slag. Zo ben ik erin gerold’, vertelt Jan. Uiteindelijk werkt hij er vijfenveertig jaar, tot aan zijn pensioen. Na vijf jaar wordt hij wijkagent in het Willemskwartier en de Kolpingbuurt, twee Nijmeegse wijken die als ‘lastig’ bekend staan. Hij had het er bijzonder naar zijn zin. “Het waren hechte wijken. De mensen hier staan voor elkaar klaar, helpen een ander als dat nodig is. In andere wijken kan het nog wel eens gebeuren dat iemand een week dood in huis ligt”.

Wijkagent in het centrum
Na het Willemskwartier en de Kolpingbuurt wordt de binnenstad Jan’s wijk. Hij blijft er dertig jaar en krijgt er te maken met grote-stadsproblemen. Uitgaansgeweld, horeca, dronkenschap, overlast. Jan en zijn – helaas te vroeg overleden – collega Veddie de Weerdt bedenken samen het – nog steeds operationele – mobiele politiesteunpunt aan het begin van de Molenstraat. “Iedereen die het uitgaanscentrum ingaat ziet meteen: hier moet je niet rotzooien”, vertelt Jan. Ook krijgen Jan en Veddie voor elkaar dat er mobiele toiletten komen en dat politieagenten op mountainbikes gaan surveilleren, waardoor het contact met het publiek en de winkeliers en horeca verbetert
Soms bemoeizorg nodig
Ook de dak- en thuislozen, psychiatrische patiënten en verslaafden komen in die periode in Jan’s vizier. “Het was toen vooral pappen en nathouden, opgelost werd er weinig.” Hij realiseert zich al snel dat er soms meer nodig is. De laatste tien jaar van zijn loopbaan is Jan samen met psychiatrisch verpleegkundige Wendy Broeren vooral veel op pad om daklozen die hulp nodig hebben te spotten. “Je moet op de mensen afstappen, achter hun voordeur komen, of naar hun tentje in de Ooij. Sommige mensen zijn zorgmijders, die willen geen hulp. Als je vraagt hoe het gaat dan hoor je ‘goed’, terwijl ze in een beschimmelde slaapzak proberen te overleven. Soms is bemoeizorg nodig. Het helpt wanneer een stoere verpleegkundige als Wendy op een vriendelijke manier zegt dat iemand eens onder de douche moet en schone kleren aan moet trekken”, grijnst Jan. Een supercombi: straatzuster Wendy en politieagent dak- en thuislozen Jan Jacobs.
Zorgen moet je dóén
Van zijn moeder leerde Jan: zorgen moet je niet maken, zorgen moet je dóén. Dat heeft in zijn oren geknoopt. Behandel daklozen zoals je zelf ook behandeld wilt worden. Ze zijn in de eerste plaats mens en dan pas dakloos. “Ik zeg altijd: Je hebt er rakkers, stakkers en klootzakken onder”, legt Jan uit. De rakkers redden zich wel, de klootzakken zijn onverbeterlijk. Vooral de stakkers hebben hulp nodig. En Jan vertelt van het initiatief voor straatdokters, van Wendy Broeren en huisarts Maria van den Muijsenbergh – zij is later tot hoogleraar benoemd. Onder de toepasselijke naam Praktijk Buitenzorg houden straatdokters in Nijmegen sindsdien twee keer per week op verschillende locaties spreekuur voor dak- en thuislozen en ongedocumenteerden.
Dagloners aan het werk
De Stichting Dagloon, opgericht in 2004, heeft als doel thuis- en daklozen en andere kwetsbare mensen zinvol aan de samenleving te laten meedoen. In de verschillende wijken van de stad zie je groepjes goedgehumeurde Dagloners aan het werk. Tegen een vrijwilligersvergoeding prikken ze zwerfafval, werken in de groenvoorziening of doen klussen in de wijk. Dagloon biedt hun leven structuur: op tijd je bed uit, met je maten aan het werk, samen koffiedrinken, een broodje eten. Het kan de opmaat vormen voor zelfredzaamheid en een betere integratie in de samenleving. Gouden zet, de Stichting Dagloon, vindt Jan.

Opvangvoorzieningen
Er zijn verschillende opvangvoorzieningen in het centrum van Nijmegen, onder meer het MFC en het NuNN. Aan de Van Schevichavenstraat, tegenover het oude postkantoor, is het MFC (Multifunctioneel Centrum). Verslaafde daklozen kunnen er een slaapplaats en maaltijd krijgen, alcohol en drugs gebruiken, douchen en hun kleding wassen. Ook is er groeps- en individuele begeleiding. In principe kunnen ze er drie maanden verblijven. Daarna is het de bedoeling dat ze doorstromen naar een meer stabiele vorm van wonen. Met de woningnood van vandaag zal dat niet gemakkelijk zijn, met als gevolg meer verslaafde daklozen op straat.
NUNN (Nachtopvang uit Noodzaak Nijmegen, is een kleinschalige nachtopvang in de Betouwstraat, die door dak- en thuislozen zelf gerund wordt. Buurtbewoners waren aanvankelijk tegen, maar in de praktijk zijn er nauwelijks wanklanken. Het loopt gesmeerd.
Op de zorg voor psychiatrisch patiënten en op dak- en thuislozenzorg is in het verleden flink bezuinigd, terwijl op straat hun aantal de laatste jaren sterk toeneemt. De opvangvoorzieningen zitten vol. Dat leidt tot meer daklozen en psychiatrisch patiënten op straat. Ook is de zorg voor arbeidsmigranten die uit het arbeidsproces vallen nog steeds niet goed geregeld.
Niet alleen boeven vangen
Jan heeft in zijn werkzame leven niets nagelaten om de moeilijke situatie van dak- en thuislozen onder de aandacht te brengen. Politie heeft zeker een taak in het hulpbieden aan deze groep, zegt hij. Politiewerk is niet alleen boeven vangen, maar gaat ook om hulpverlening aan hen die dat nodig hebben. Dak- en thuislozen behoren zeker tot die laatste groep, zegt Jan stellig. Vaak heeft hij jonge agenten meegenomen, op pad langs slaapplekjes, lekke tentjes en andere twijfelachtige onderkomens. Het opent hun de ogen voor de daklozenproblematiek. ‘Ik leer van de jonkies, zij leren van mij’, concludeert Jan. Via televisie en krant weet hij de schrijnende situatie van daklozen ook bij het grote publiek onder de aandacht te brengen.
Op zijn politieloopbaan kan Jan tevreden terugkijken. Voor hem is het werken op straat en de zorg voor dak- en thuislozen toch het allermooiste. Een mooi eerbetoon dat hij daarvoor beloond is met de Blauwe Steen erespeld.
Wil je meer weten over de Blauwe Steen? Check dan deze pagina: https://huisvoordebinnenstad.nl/over-ons/blauwesteen/.
Fotografie: Henk Beenen