Het leven van de Gewone dwergvleermuis
Joep van Belkom is stadsecoloog bij de gemeente Nijmegen. Als stadsecoloog draagt hij bij aan een groene, klimaatbestendige en gezonde inrichting van de stad voor íedereen. Hij versterkt en verspreidt kennis over de stadsnatuur, werkt samen met bewoners en externe partners en zorgt voor een versterking van de biodiversiteit in Nijmegen. Deze maand vertelt hij over de Gewone dwergvleermuis.
De schemering breekt aan, het einde van een warme zomerse dag. Maar voordat je naar binnen gaat, kijk nog even goed om je heen. Dit is namelijk hét moment om een helder zicht te krijgen op de meest voorkomende vleermuizensoort van Nederland, de Gewone dwergvleermuis. Met zijn warrige vluchtgedrag vol bochten en duiken, jaagt hij stilletjes op kleine insecten. Wel duizenden per avond, waaronder vele muggen.
Ik zeg stilletjes, maar eigenlijk is het geluid dat ze maken zo hoog dat wij mensen ze met het blote oor niet kunnen horen. En gelukkig maar, want anders zouden we er gek van worden. De Gewone dwergvleermuis produceert namelijk continu hoge geluiden om zich door het landschap te verplaatsen en insecten op te sporen. Dit wordt ook wel echolocatie genoemd. De weerkaatsing van het hoge geluid wordt opgevangen met hun uiterst gevoelige oren, waarmee ze als het ware scherp zicht krijgen op hun directe leefomgeving. Een uitstekende aanpassing om ’s nachts te kunnen “zien”. De echolocatie is zo verfijnd dat ze de kleinste objecten waarnemen. Je hoeft je dus geen zorgen te maken dat een vleermuis opeens tegen je aan vliegt.
©Joep van Belkom
Nederland telt zo’n 18 verschillende soorten vleermuizen. Daarmee vormen ze een aparte groep zoogdieren; vliegende zoogdieren. Dat vliegen doen ze met hun handen. Tussen hun wijdverspreide vingers bevindt zich een zeer dunne huid die via hun achterpoten doorloopt tot aan het staartbeen. Vliegend lijken ze dan ook een stuk groter dan dat ze daadwerkelijk zijn. De Gewone dwergvleermuis weegt slechts 5 gram en past als het ware in een klein luciferdoosje. Door hun kleine formaat wringen ze zich gemakkelijk door kleine kiertjes en openingen, zoals de spleten en stootvoegen van gebouwen. Zodoende kunnen ze in allerlei bouwwerken voorkomen; in spouwmuren, achter gevelbetimmering, daklijsten, onder dakpannen, spleten en nissen in muren, etc.. Hartstikke handig om te kunnen overleven in een bebouwde omgeving als Nijmegen.
Tegelijkertijd brengt dat ook uitdagingen met zich mee, aangezien wij als mens soms minder goed rekening houden met hun aanwezigheid. Zo isoleren we onze spouwmuren en/of daken om energie te besparen, waardoor de vleermuizen geen plek meer hebben om te verblijven en/of zich voort te planten. Daarom is het van belang dat er tijdens ruimtelijke ingrepen aan onze gebouwen rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van vleermuizen en dat er voldoende (alternatieve) verblijfsplekken worden aangeboden of behouden blijven.
Wist je dat?
In de vroege zomermaanden (mei tot en met juli) zoeken vrouwtjes elkaar op om gezamenlijk in een gebouw hun jongen groot te brengen. Zo’n zogenoemde kraamkolonie of kraamverblijf kan soms wel oplopen tot een groep van enkele honderden vrouwtjes. Vaak zonder dat men het doorheeft. Een prachtig gezicht is het bijbehorende zwermgedrag in de vroege ochtend, vlak voor zonsopkomst. Dan vliegen de vrouwtjes vlak langs elkaar en ontstaat er een soort van wolk aan vleermuizen.
Nacht van de Vleermuis
Eind deze maand, in het weekend van 25-26-27 augustus, is het de Nacht van de Vleermuis. Op zaterdag 26 augustus vindt er daarom een vleermuizenexcursie plaats in Park Brakkenstein, georganiseerd door IVN Rijk van Nijmegen. Bekijk deze website voor meer informatie over de excursie en kom meer te weten over het cryptische leven van de Gewone dwergvleermuis.