Op pad met de stadsecoloog: Winterse genoegens
Ingeborg Swart is stadsecoloog bij de gemeente Nijmegen. Ze is dol op alles wat groeit en bloeit en neemt anderen graag mee in haar enthousiasme. Er is immers zoveel prachtig groen te vinden in Nijmegen! Voor haar is het een uitdaging om op de meest onverwachte plekken planten of dieren te spotten. Tegelijk werkt ze er aan om de stad nog groener en gezonder te krijgen. Deze maand vertelt ze over de winterse genoegens.
Winterse genoegens
De natuur kan in deze tijd van het jaar wat minder interessant lijken. Maar niks is minder waar! Nu alle woest flapperende bladeren en bloemen verdwijnen kun je ineens allerlei andere dingen ontdekken.
Boomvormen
Fascinerend om te zien, zijn de vormen van bomen die onder de massa’s bladeren vandaan komen. Natuurlijk heeft elke boom een stam met grotere en kleinere takken. Maar als je beter kijkt, zie je allerlei verschillen. Kijk eerst bijvoorbeeld eens naar de totale omtrek. Bij sommige boomsoorten (en onder bepaalde groeiomstandigheden) zal je zien dat ook zonder blaadjes de boom een behoorlijk nette bol of kegel vormt. Alle kleine takjes lijken op hetzelfde punt te stoppen. Bij andere bomen is het beeld veel wilder. Een aantal takken groeien breed uit, andere blijven kort of schieten een gekke kant op. Let ook eens op de dikte van de takken en de hoek waaronder die groeien. De ene boom heeft een aantal heel dikke takken, de ander eigenlijk alleen wat dunnere. Voor je het weet zal je verschillende typen gaan herkennen.
Ook kun je uit de vorm informatie halen over de groeiplaats van de boom. Wijzen de meeste takken dezelfde kant op of groeit hij wat scheef? Grote kans dat er aan de ‘lege’ kant weinig ruimte is, of de wind meestal van die kant komt. Sommige bomen, bijvoorbeeld eiken, groeien ook meer aan de zuidkant, waar ze de meeste zon vangen, wanneer ze helemaal vrij staan.
Blote bast
Ook de bast van een boom is een prachtig iets. En ook daar is zo veel te zien. Neem je bijvoorbeeld eens voor om vier of vijf verschillende soorten bast te zien op je ommetje. De stevige groeven van de eik, het gladde huidje van de beuk, er is genoeg te zien. Sommige boomsoorten lijken overigens erg op elkaar, wanneer je alleen naar de bast en stam kijkt. Ook dat is interessant om te zien, uiteraard. Heb je berken in de buurt? Neem dan voor hen de tijd. Elke berk is weer anders en vertelt op zijn stam een eigen verhaal.
Goed verstopt?
Wanneer je goed oplet kun je nu ook nestjes tegenkomen in bomen en struiken. In het voorjaar zijn die goed verstopt gebouwd, maar nu komen ze toch tevoorschijn. Je kunt schattige ronde vogelnestjes tegenkomen, maar ook bijvoorbeeld grote, wat woeste bouwsels van roofvogels, reigers, of zelfs eekhoorns. In ruigte zou je, met veel geluk, een oud nestje van een dwergmuis kunnen tegenkomen. Dat is een bolletje van geweven grassen, een klein stukje boven de grond.
Voor alle nesten geldt dat je ze niet mag aanraken of verstoren, ze kunnen nog in gebruik zijn of volgend jaar weer hergebruikt worden.
Genoeg inspiratie? Ga er dan lekker op uit, en verken alle nieuw zichtbare natuur!