Filmimpressie: De jacht op Meral Ö – Grimmige aanklacht tegen toeslagenschandaal
De nieuwste film van regisseur Stijn Bouma is een grimmige aanklacht tegen de misstanden van het toeslagenschandaal. Dit is zijn derde film over het onderwerp. Zijn eerdere twee films hierover, Alleen tegen de Staat, en Sheila versus de Staat waren documentaires. In zijn nieuwe film De jacht op Meral Ö, nu te zien in LUX, maakt hij de wurggreep van de overheid op indringende wijze invoelbaar. Hij vertelt het fictieve verhaal van een alleenstaande moeder met Turkse roots en, cruciaal voor het handelen van de overheid, een Turkse achternaam: Özturk. Deze alleenstaande, goudeerlijke moeder raakt verstrikt in het web van de overheid, waardoor de film een krachtig beeld schetst van een bureaucratische overheid die onbarmhartig optreedt.
De grote lijnen van het schandaal zijn welbekend, maar aan begin en eind van de film schetst Bouma voor de zekerheid met enkele regels tekst nog even de hoofdlijnen.
De ellende begon in 2009. Veel ontvangers van de kindertoeslag werden onterecht als fraudeurs bestempeld. Vaak moesten ze alle ooit aan kindertoeslagen ontvangen bedragen volledig terugbetalen. Instanties hadden geen aandacht voor de verwoestende gevolgen ervan voor deze ouders en hun gezin. In totaal werden zo’n 120.000 ouders getroffen. Ruim 1.000 gezinnen zijn Nederland ontvlucht. Dat aantal van 120.000 ouders aan het eind van de film komt hard binnen: er zijn dus honderdtwintigduizend 'Merals' met hun gezin in een poel van ellende gestort.
Vernedering en ontwrichting
De film start met een shot vanuit een auto die een andere auto achtervolgt. Twee medewerkers van de sociale dienst, zo blijkt al snel, gaan de gangen na van hoofdpersoon Meral (Dilan Yurdakul). Ze maken foto’s voor het dossier – je weet maar nooit, wie weet kunnen die bijdragen aan bewijs van fraude. Meral en haar achtervolgers stoppen bij haar huis. Dan zien we de gang en voordeur, van binnenuit geschoten. Op de deurmat ligt een onheilspellende blauwe envelop. De Belastingdienst, weet je meteen: de jacht op Meral is geopend.
Daarna volgen de vernederende en ontwrichtende lotgevallen van Meral. Ze belt met de Belastingdienst om na te gaan waarom ze betalingsaanmaningen ontvangt. Er moet sprake zijn van een misverstand is haar overtuiging. Ze heeft immers bezwaar aangetekend tegen de eis om het intimiderende bedrag van 34.256 euro terug te betalen. Dat bezwaar heeft ze aangetekend verstuurd, het bewijsje zorgvuldig bewaard. Maar daar heeft de medewerker niets mee te maken: “Uw bezwaar is hier niet ontvangen want het staat niet in ons systeem. We kunnen dus helaas niets voor u betekenen”, luidt het bureaucratisch. Een fraaie illustratie van een administratieve schijnwerkelijkheid die leidend is geworden, kenmerkend voor het toeslagenschandaal.
Vooroordelen, racisme, vrouwvijandigheid, tunnelvisie
Het is een relaas doordrenkt van vooroordelen, racisme, vrouwvijandigheid en tunnelvisie. Een fraudeaanpak gebaseerd op vage vermoedens en observaties die op voorhand in de richting van fraude worden geïnterpreteerd. Kleine, incidentele ontvangsten die niet bekend zijn bij de Belastingdienst, vormen bewijs van verzwegen inkomsten – “niet nakomen van de inlichtingenplicht” geheten in het afstandelijke ambtelijke jargon. Voorbeeld: 70 euro die Merals moeder uit Turkije heeft overgemaakt om haar kleinkinderen te verrassen.
Tijdens een huiscontrole – met vernederend door nachtkastjes, wasmand en badkamer rommelen op zoek naar mannenslips, extra tandenborstels en andere aanwijzingen van samenwonen – vindt een van de twee opsporingsmedewerkers wat geld, verstopt in de kledingkast. Snel kijkt hij over de schouder of zijn maat niet kan meeluisteren en zegt op vertrouwelijke toon tegen Meral: “geef het de volgende keer op, want anders kun je een hoge boete krijgen” en stopt het doosje weer in de kast. Zijn collega, met evidente minachting voor vrouwen, zegt op de terugweg: “Zou jij haar doen”?
'Je vindt altijd wel íets'
Een van de twee opsporingsmedewerkers (Gijs Naber) worstelt met de zaak. Hij ziet geen concrete aanwijzingen voor fraude en heeft medelijden met Meral, maar wordt door zijn baas (Raymond Thiry) stelselmatig onder druk gezet om bewijs te vinden: “je promotie hangt ervan af." De medewerker: “Ik denk dat er bij haar niets te halen valt." De baas (intussen heeft Meral een inkomenstoeslag aangevraagd), ongeduldig: “Haar aanvraag is afgewezen op basis van vermoedens. Zet die om in constateringen." Medewerker: “Maar ik heb geen constateringen. Baas kortaf: “Zoek tot je wat vindt. Als je goed zoekt vind je altijd wel íets.”
Lang verhaal kort: Meral krijgt te maken met allerlei instanties die haar bij voorbaat vanuit vooropgezet wantrouwen behandelen. Tot en met Jeugdzorg, die een uithuisplaatsing van haar kinderen in gang zet.
Het slot van de film zal ik niet verklappen, maar was wat mij betreft helemaal raak. Na afloop van de film bleek dat sommige bezoekers het einde wat onbevredigend vonden – oordeel vooral zelf.
Goed gemaakte film
De film is goed gemaakt. Zo vangen de – overigens niet altijd even natuurlijke dialogen – de essentie van de gebeurtenissen treffend. Prima acteerwerk, tempo en cameravoering zijn in orde. Een mooie bijrol vervulde vakvrouw Olga Zuiderhoek (Werkteater, Orkater en tal van speelfilms). Het absolute vertrouwen in de oprechtheid van Meral waar haar personage blijk van geeft, staat in scherp contrast met het diepgewortelde structurele wantrouwen bij de overheid. De wat sombere kleurtonen van de shots van Meral in haar gezinssituatie passen bij de sfeer van het verhaal. Ook de filmmuziek met een melancholieke viool sluit daarbij aan. De Turkse muzikale touch herinnert je eraan dat de overheid destijds bewust jacht maakte op mensen met een niet-westerse achtergrond.
Zelf ben ik niet zo’n fan van een lineair verteld verhaal, maar voor een film met een concrete boodschap als Meral Ö is het een effectieve vertelvorm. En het maakt het de film goed toegankelijk voor een breed publiek.