Theaterimpressie: Prima Facie - Eline Arbo in Stadsschouwburg Nijmegen
Sommige voorstellingen blijven zo hangen, dat je er nog dagen, soms weken mee bezig blijft en soms laten voorstellingen je ook niet meer los. Zo ook Prima Facie van Eline Arbo voor ITA (Internationaal Theater Amsterdam) in de Stadsschouwburg Nijmegen. De bekroonde toneeltekst uit 2019, geschreven door voormalig jurist en theaterauteur Suzie Miller, vertelt het verhaal van Tessa, een briljante strafrechtadvocaat, gespecialiseerd in zedendelicten. Pleiten is voor haar een sport. Dankzij haar gevatte kruisverhoren weet ze in de rechtbank steeds haar juridische gelijk te halen in de rechtbank en helpt ze verdachten van zedenfeiten uit de cel te houden door net genoeg twijfel te zaaien.
Suzie Miller en Eline Arbo
De stukken van Suzie Miller draaien allemaal om een sociaal rechtvaardigheidsprobleem. Prima Facie (‘op het eerste gezicht’), een term die in de rechtspraak gebruikt wordt om aan te geven dat bij een eerste onderzoek voldoende ondersteunend bewijsmateriaal lijkt te bestaan om een zaak te ondersteunen, gaat over hoe slecht vrouwelijke slachtoffers van seksueel misbruik in de rechtbank worden behandeld.
De voorstelling is een internationaal succes en wordt door Eline Arbo voor het eerst in Nederland op de planken gebracht. Eline Arbo, die zelf al meerdere spraakmakende en maatschappijkritische voorstellingen op haar naam heeft staan, zegt erover: "Prima Facie is een stuk dat op geniale wijze blootlegt hoe het eeuwenoude rechtssysteem in stand gehouden wordt en wie er door onze wetten daadwerkelijk beschermd worden".
One two three four
Uit de zaal klinkt punkmuziek, wat detoneert en tegelijkertijd totaal lijkt te passen in de Schouwburg aan het Keizer Karelplein. Het grootste gedeelte van het publiek heeft waarschijnlijk nog nooit een punkconcert bezocht, maar de stevige rifs geven een stoot energie aan de mensen die hun plaats in de zaal zoeken. Op het toneel, in toga, haar haar in een keurige paardenstaart en een strakke pony, een dansende Maria Kraakman. Ze beweegt zich op haar hoge hakken alsof ze ‘kistjes’ draagt. Ze is stoer en elegant tegelijk. Alles in de zaal, zowel aan de kant van het publiek als op het podium, lijkt te zeggen: "Kom maar op!".
Acteerprestatie
Kraakman kreeg voor deze performance de Louis d’Or voor meest indrukwekkende acteerprestatie in een dragende rol. Ze speelt niet alleen Tessa een succesvolle strafrechtadvocaat, maar ook haar familieleden en collega’s. Ze speelt een rits aan mensen, wat een hele uitdaging is.
En dan begint Kraakman haar monoloog. Ze maakt de prijs in deze eerste scène meteen waar; wat doet ze dit goed. Het is geweldig om haar aan het werk te zien. Zowel als acteur, als ambitieuze advocaat, een rol die ze strak en vol humor speelt.
Kat en muis
Kraakman leidt als Tessa het publiek door een zaak waarin ze de verdediging voert. Zo fileert ze, voor de ogen van de volle zaal, slachtoffers en zoekt ze naar hiaten in de bewijsvoering en herinneringen van getuigen, waarbij de verwarring van het slachtoffer - die vaak een reactie is op het trauma – wordt ingezet om de wet in het voordeel van de dader te laten uitpakken. Als een lenige kat, jaagt ze op haar muizen, speelt ze met ze tot ze niet meer kunnen om zich daarna weer op te maken voor een volgende zaak.
Tessa heeft de regie over het verhaal; zij vertelt het, heeft de controle over alle theatrale middelen. Zij bepaalt wanneer het licht aan- en uitgaat, wanneer de muziek moet spelen, wanneer er nieuwe scènes worden ingezet, kortom zij heerst over het verhaal. Totdat haar lot bepaald wordt door een ander en haar leven verandert. Een flirt met een collega mondt uit in een verkrachting. Ze verliest de controle en vanaf dat moment keert ook de voorstelling zich tegen haar; neemt de vertelling het van haar over.
Machteloos
Na die omwenteling wordt het pijnlijk duidelijk dat het niet uitmaakt wat Tessa gedaan had. Als ze voor zichzelf was opgekomen, zouden ze haar daarop hebben gepakt, maar nu ze uit haar huis gevlucht is terwijl de dader daar achterblijft, wordt ze daarop afgerekend. Kortom ze zou het nooit goed hebben kunnen doen, omdat slachtoffers van seksueel geweld in de rechtspraak, in plaats van de daders, telkens weer bevraagd worden.
Ook werkt haar afkomst tegen haar. Tessa heeft immers een plekje weten te veroveren in een wereld van oud geld en privilege, maar zodra ze iemand uit dat milieu beschuldigt, keert het systeem zich tegen haar. Want de wet beschermt de een beter dan de ander.
In deze machteloosheid zit de ware tragedie van de voorstelling: het beklemmende gevoel dat het rechtssysteem haar, net als zoveel andere slachtoffers, aan haar lot overlaat en haar dwingt om alles opnieuw te herbeleven. Het publiek ziet niet alleen de strijd van een individu, maar ook een spiegel van een samenleving waarin deze mechanismen ingebakken lijken te zijn. Het machteloze gevoel wordt universeel, een aanklacht tegen een systeem dat degenen die het hoort te beschermen vaak in de steek laat.
Hoe nu verder?
En dan valt het stil. Geen ongemakkelijke stilte die een theater wel eens kan overvallen als het publiek niet zeker weet of een voorstelling ten einde is. Maar een noodzakelijke stilte. Een stilte die ruimte geeft voor respect, voor verwerking, voor inzichten, voor de slachtoffers, voor de realisatie dat we met zedenwetten zitten die niet alleen in het rechtssysteem verankerd zijn, maar in ons allemaal.
Het is moeilijk om Kraakman achter te laten, het applaus blijft maar komen. Op het toneel zien we haar langzaam terugkeren naar zichzelf. Iets wat bij het publiek nog moet gebeuren. Er vloeien tranen, er worden armen om schouders heen geslagen en sommige mensen zwijgen omdat dat het enige is wat nog past. Een enkeling gaat over tot de orde van de dag, maar de meeste mensen zijn aan het denken gezet en dat is goed. Daarvoor worden deze voorstellingen gemaakt. In een tijd waarin #MeToo al veel in beweging heef gezet, maar waarin openheid, bespreekbaarheid en uiteindelijk verandering nog steeds noodzakelijk zijn.