Nijmegen beste Erfgoedstad 2024
Wie aan Nijmeegs erfgoed denkt komt in gedachten al gauw terecht bij Romeinen en Middeleeuwen. Maar ook meer recent is aan ons erfgoed gebouwd: denk bijvoorbeeld aan het eind van de 19e eeuw toen de stadsmuren werden afgebroken zodat de stad flink kon uitbreiden, of aan de wederopbouw na de bommen van de Tweede Wereldoorlog. Ook in de tweede helft van de vorige eeuw is er veel bijgebouwd en hoewel deze gebouwen voor een groot deel onze dagelijkse leefomgeving bepalen, worden ze lang niet altijd op hun waarde geschat. Er is in het hele land steeds vaker sprake van sloop van gebouwen uit de jaren 1960-1980. Zo ook in Nijmegen. Maar er komt gelukkig ook steeds meer aandacht voor het bewaren en koesteren van dit zogeheten ‘Post-65 erfgoed’. Dat is belangrijk, want door die aandacht ontstaat er ook voor het jonge erfgoed draagvlak om dit te bewaren. En daarin scoort Nijmegen erg goed, vandaar dat deze stad dit jaar werd uitgeroepen tot beste Erfgoedstad.
Sinds 2010 wordt op initiatief van het Erfgoedplatform van Kunsten ’92 een nationale prijs toegekend aan de gemeente met het beste erfgoedbeleid: de BNG Bank Erfgoedprijs. De prijs stimuleert gemeenten om actief in te zetten op cultureel en historisch erfgoed. Dit gebeurt telkens volgens een ander thema en dat thema was dit jaar dus Post-65. Uit een longlist van gemeenten, voorgedragen door diverse erfgoedprofessionals, werd een shortlist opgesteld waarop de gemeenten Apeldoorn, Nieuwegein en Nijmegen werden genomineerd. Een belangrijke doelstelling van de prijs is dat gemeenten zich zichtbaar en merkbaar inzetten voor hun erfgoed en dit ook kunnen doorgeven aan anderen en de jury was ervan overtuigd dat Nijmegen dit als beste kan. En niet alleen de jury, want ook de publieksprijs ging naar Nijmegen.
Wat maakt Nijmegen zo bijzonder?
Volgens de jury springt Nijmegen op een aantal punten duidelijk positief in het oog. Zo heeft de gemeente bijvoorbeeld een duidelijke visie op erfgoedbeleid, niet alleen op papier maar ook in de praktijk. Ambtenaren en gemeentebestuur bezitten veel kennis en zijn enthousiast over het Nijmeegse erfgoed. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt, ook voor het ‘jonge’ erfgoed is veel aandacht en het oude en jonge erfgoed zijn goed verdeeld over de stad en maakt deel uit van de dagelijkse beleving.
Bijvoorbeeld in de Benedenstad waar de oude krotwoningen in de jaren 1980 werden vervangen door nieuwbouw maar wel met aandacht voor de omgeving en met behoud van het middeleeuwse stratenpatroon. Een ander voorbeeld is het Kinderdorp Neerbosch. Ooit was dit de grootste weesinrichting van Nederland en woonden hier bijna 1100 kinderen. Nu biedt de groene plek vooral ruimte aan zorginstellingen en speciaal onderwijs en het Van ‘t Lindenhoutmuseum. De gemeente onderkent de cultuurhistorische waarde van dit gebied en zoekt samen met de eigenaren naar een passende vorm van behoud.
Zichtbaarheid en samenwerking
Rondom de universiteit op Campus Heyendaal zijn veel gebouwen te vinden die weliswaar nog niet voldoen aan de status van monument maar wel het behouden waard zijn. Vandaar dat de gemeente nauw samenwerkt met het universiteitsbestuur als het gaat om de toekomst van dit gebied.
Ook elders in de stad is het jonge erfgoed hier en daar zichtbaar in de openbare ruimte. Zoals de wisselexpositie in de etalage van de HEMA aan de Grote Markt, de herbestemming van de Limos-kazerne in Nijmegen-Oost en de tijdelijke huisvesting van het Valkhofmuseum in het leegstaande bankgebouw aan het Keizer Karelplein. Nijmegen doet het sowieso goed als het gaat om herbestemming van leegstaande gebouwen in plaats van sloop. Zo werd het beeldbepalende Estelgebouw, hoog op de stuwwal, omgebouwd van kantoor tot appartementen en mocht zelfs een deel van de Honigfabriek blijven staan, ondanks dat er al nieuwbouwplannen voor die plek lagen.
Deze zichtbaarheid is er mede dankzij een goede samenwerking met betrokken partijen zoals ondernemers, inwoners van de stad en natuurlijk de verschillende organisaties en stichtingen die zich bezig houden met het Nijmeegse erfgoed, van Romeinen tot nu en met een blik op de toekomst. Die zichtbaarheid mag overigens nog wel iets beter uit de verf komen, ook volgens de jury van de BNG. Een betere en duidelijke communicatie over de waarde en het belang van ‘jong’ erfgoed naar inwoners en bezoekers zien zij als een duidelijke volgende stap voor de gemeente.
©Heyta Melssen - Korenmarkt
Hoe nu verder?
Natuurlijk eindigt het niet met deze mooie erkenning. Nijmegen mag zich nu een jaar lang Beste Erfgoedstad noemen maar kan geenszins op haar lauweren gaan rusten. Want een van de doelen van de erfgoedprijs is dat de winnaar door middel van good practice een inspiratiebron kan zijn voor andere gemeenten.
Bovendien is er een cheque van € 25.000,- toegekend die een bestemming zal moeten krijgen. Over de besteding hiervan zal door de gemeente goed overlegd worden, onder andere met de erfgoedorganisaties in de stad. Er zal daarbij zeker gekeken worden naar iets blijvends voor de stad. Bovendien stimuleert deze prijs de gemeente om nog meer aandacht te hebben voor Post-65 Erfgoed en wil zij de bewoners betrekken bij bescherming en herbestemming van dit erfgoed. Het gewonnen geldbedrag zal worden ingezet voor iets blijvends, zowel voor inwoners als bezoekers zal deze erkenning niet ongemerkt voorbij gaan.
Volgend jaar is het de beurt aan Nijmegen om als gaststad te dienen voor de uitreiking van de Erfgoedprijs 2025.
Lees hier meer: www.bngbank.nl/Nieuwspaginas/Gemeente-Nijmegen-wint-de-BNG-Bank-Erfgoedprijs-2024 Kijk hier voor een overzicht van de Nijmeegse erfgoedorganisaties: www.cprn.nl
Fotografie: Heyta Melssen