Interview met InScience-directeur Daisy van de Zande: wat maakt het festival bijzonder?
Van 12 tot en met 17 maart zijn de prachtigste films met wetenschappelijke inslag weer in LUX Nijmegen te zien tijdens InScience Film Festival. Maar het festival draait ook op andere locaties in de stad programma. Naast films is er een themaprogramma rond taal en kunnen bezoekers bijvoorbeeld genieten van verdiepende talks en exposities. We spreken directeur Daisy van de Zande over (de toekomst van) het festival en haar eigen favorieten.
Van de Zande werkt sinds 2020 als directeur van InScience en is eerder door ons geïnterviewd voorafgaand aan het festival. Maar voor wie haar nog niet kent: “Ik bedenk samen met het team hoe het festival eruit komt te zien. Vervolgens voeren we die plannen uit. Maar eigenlijk doet het team dat gedeelte vooral, ik ben er om aan te sturen. Ik houd bijvoorbeeld contact met fondsenwervers en sponsoren en denk na over de langetermijnstrategie voor InScience. Ik denk wel mee over het thema en de programmalijnen, maar ben daarin vooral een spin in het web”.
Favoriete film
Daarnaast ook zelf de films bekijken is nog niet zo eenvoudig: “Mijn favoriet dit jaar? Dat is een gewetensvraag. Ik ben zo druk, dat ik naast mijn taken weinig tijd overhoud om alle films zelf van tevoren te bekijken, dat doet het team. Maar ik kan zeker vertellen waar ik erg naar uitkijk! Ik ben erg trots op het programma Een Mooi Gebaar (foto). Hierin vertonen we twee korte films van Anja Hiddinga over de Dovencultuur in Nederland. Een van de films beleeft op InScience haar première. Het hele programma is volledig in Nederlandse Gebarentaal. Er komen tolken bij om onder andere een lezing van een dove gebarentaalkundige voor horenden te vertalen. Het wordt een bijzonder programma over hoe er in de wetenschap lang over Doven is gedacht. Wist je bijvoorbeeld dat Nederlandse Gebarentaal pas sinds 2021 als officiële taal wordt erkend?”.
Meer keuze, minder stress
Naast onze tips en bovenstaande tip van Van de Zande, is er dit jaar nog veel meer te zien op InScience. Maar gelukkig hoeft dat niet met keuzestress gepaard te gaan. Van de Zande: “Dit jaar duurt het festival voor het eerst 6 dagen, in plaats van 4 á 5 zoals eerdere edities. Omdat er meer tijd voor het festival wordt uitgetrokken, draaien er minder films tegelijkertijd. Zo hoeven mensen minder keuzes te maken”. Maar de keuzestress is niet helemáál minder. “Tegelijkertijd hebben we wel meer films dan voorheen, dit jaar draaien er 59 om precies te zijn, zo’n 10 meer dan in voorgaande jaren. Daar vallen 36 premières onder, daar ben ik echt heel trots op. Sommige van die films komen vers van Sundance, Locarno en andere filmfestivals”. Een ander unicum is dit jaar het aantal films van Nederlandse makers. “Daar hebben we er nog nooit zoveel van gehad. Steeds meer Nederlandse filmmakers raken geïnspireerd door wetenschappelijk denken”. Van de Zande wil nog wel benadrukken dat InScience meer is dan alleen een filmfestival. “Er zijn ook exposities, lezingen, en andere activiteiten die worden georganiseerd met partners uit de stad en de regio. We willen echt een kijkje geven in de achtertuin van wat de regio – of zelfs heel Nederland – op het gebied van wetenschap te bieden heeft”.
Toekomstperspectief
Kijkend naar de toekomst van InScience geeft Van de Zande aan dat ze erg positief is over de koers van het festival. “We zien dat er heel veel mooie films zijn die ons iets vertellen over de rol van de wetenschap in onze samenleving. Daarbij is er veel vertrouwen in de wetenschap, ook al wordt daar niet altijd optimistisch over gedacht. Dat vertrouwen is gunstig. Wij nemen mensen graag mee in de dialoog daarover”. Helaas zitten er ook wat haken en ogen aan de organisatie van zo’n groot evenement. “Festivals waren ooit populair als concept, maar nu die populariteit afneemt, wordt het moeilijker een festival te financieren, dat zie je in meer sectoren. Het helpt daarbij niet dat mensen tegenwoordig laat keuzes maken, waardoor je pas laat weet hoe de kaartverkoop loopt”. Om die reden is het volgens Van de Zande belangrijk dat een modern festival niet alleen het nieuwste aan bijvoorbeeld films laat zien, maar ook andere dingen aanbiedt, zoals educatie. Dat zit bij InScience goed: “We merken dat ons educatieprogramma stevig is. Daardoor bereiken we meer mensen op verschillende plekken over dit thema en werken we ook internationaal meer samen”.