Canon van Nijmegen: Romeinse soldaten, legerkampen en versterkingen
Nijmegen bulkt van de historische verhalen. Over kopstukken en gewone lieden, wijken en politieke gebeurtenissen. In de Canon van Nijmegen zijn de belangrijkste verhalen over Nijmegen geselecteerd. Een van die verhalen gaat over het arriveren van de eerste Romeinse soldaten in onze streken, rond 19 v. Chr. Ze verbleven hier – met tussenpozen – meer dan vier eeuwen. Op verschillende plekken in Nijmegen verrezen Romeinse legerkampen en versterkingen.
19 v. Chr: 15.000 Romeinse soldaten in Nijmegen-oost
De eerste Romeinse soldaten bouwden op de Hunnerberg, een heuvelplateau in Nijmegen- Oost, een groot legerkamp van 42 hectare. Het bood plaats aan een legermacht van 15.000 man. Het kamp werd omsloten door een aarden wal. Om de 24 meter stond op de wal een houten toren van waaruit de omgeving in de gaten gehouden kon worden. Via houten toegangspoorten, geflankeerd door grote houten torens, konden de soldaten de legerplaats in- en uitgaan. Binnen enkele jaren werd de legerplaats weer ontruimd.
Kort daarna, rond 10 v.Chr., verrees op het Kops Plateau een veel kleiner legerkamp van ongeveer vijf hectare. Ook dit kamp was omgeven door een aarden wal, die aan de binnen- en buitenzijde met hout was bekleed. Archeologen hebben hier twee hoofdwegen opgegraven, die elkaar kruisten bij het hoofdkwartier van het legerkamp. Ook hebben ze de sporen gevonden van een luxe woning die van een commandant moet zijn geweest. Mogelijk was in dit kamp dus niet een gewone legereenheid gehuisvest, maar heeft de legerleiding hier een commandopost ingericht.
Het blootleggen van de romeinse potten en dakpannenbakkerij op de Hoge Holdeurn.
9 n.Chr. - 104: van nederlaag tot opstand
Vanuit de commandopost op het Kops Plateau vertrokken Romeinse soldaten en hun aanvoerders naar Germanië. De bedoeling was het gebied tot aan de Elbe aan het Romeinse rijk toe te voegen. Deze strategie mislukte volledig. In 9 n.Chr. leed veldheer Varus een verpletterende nederlaag in het Teutoburgerwoud, waar hij met zijn troepen in een hinderlaag was gelokt. Later besloten de keizer en zijn bevelhebbers de verovering van Germanië te laten varen. Uiteindelijk werd de Rijn en niet de Elbe de noordgrens van het Romeinse rijk.
In het jaar 69 n.Chr. vond in deze streken een opstand plaats, waarin de Bataven de hoofdrol speelden. Tijdens de opstand of vlak erna werd de legerplaats op het Kops Plateau verlaten. De opstand werd snel neergeslagen. Soldaten van het Tiende Legioen, dat werd ingezet om in het vervolg de rust te bewaren, bouwden op de Hunnerberg een nieuw fort, op dezelfde plek als het vroegere legerkamp, maar in omvang een stuk kleiner. In het jaar 104 vertrok het Tiende Legioen, maar het kamp bleef in gebruik tot het einde van de tweede eeuw.
5e eeuw: verlaten van de streek
Daarna volgde een periode van grote onrust: Germaanse stammen trokken de grens van het Romeinse rijk over en maakten de regio onveilig. In de vierde eeuw legden de Romeinen nog een versterking (castellum) aan op het Valkhof. Voor een snelle communicatie met andere versterkingen in de regio moesten de doorgaande wegen worden bewaakt. Langs de weg van Nijmegen naar Cuijk bouwden de Romeinen in Heumensoord daarom een wachttoren. In het begin van de vijfde eeuw verlieten ze voorgoed onze streken.
Duik in de geschiedenis van de oudste stad van Nederland. Want Nijmegen heeft veel verhalen te vertellen. Benieuwd? Je leest het allemaal in de historische tijdlijn.