Canon van Nijmegen: De Gryze stroomgod, evacuatie en overstromingsdreiging
Nijmegen bulkt van de historische verhalen. Over kopstukken en gewone lieden, wijken en politieke gebeurtenissen. In de Canon van Nijmegen zijn de belangrijkste verhalen over Nijmegen geselecteerd. Een van die verhalen gaat over Nijmegen, opzondag 25 januari 1995. Vanwege zware regen- en sneeuwval in de Alpenlanden stijgt het peil van de Waal continu. Het spectaculair hoge water trekt duizenden kijklustigen en zorgt voor chaotische taferelen in de benedenstad. Een watersnoodramp lijkt een kwestie van tijd, ook voor de wereldpers die in het Hunnerpark paraat staat om daar verslag van te doen.
30 januari 1995: evacutatie van het Land van Maas en Waal en de Ooijpolder
De vrees was niet ongegrond, want vanuit Duitsland rolde een enorme watergolf op de Nederlandse delta af. Het was maar de vraag of de rivierdijken daartegen bestand zouden zijn. De Nijmeegse burgemeester Ed d’Hondt, tevens voorzitter van de regionale rampenstaf Nijmegen, nam geen risico en kondigde op 30 januari de verplichte evacuatie af van het Land van Maas en Waal en de Ooijpolder. Tienduizenden verlieten huis en haard. Velen konden logeren bij familie of vrienden, anderen werden opgevangen door particuliere organisaties en overheden. Duizenden evacués werden in Nijmegen ondergebracht in kloosters, kazernes en sporthallen. Spannende dagen volgden. Maar het water zakte en op 6 februari zette minister Hans Dijkstal van Binnenlandse Zaken het sein op groen voor de terugkeer van de evacués.
Luchtfoto: Hoogwater in de Waal, tussen Waalbrug en spoorbrug, gezien vanuit het noordoosten: rechts Lent
Eerdere dreigingen
De bijna-watersnoodramp van 1995, met haar crisisstemming, dreigende catastrofe en massale evacuaties, maakte in Nijmegen diepe indruk. Toch was de stad van oudsher bekend met hoog water, zware ijsgang en watersnoodrampen. Bijvoorbeeld in 1809, achteraf de grootste watersnood ooit in het rivierengebied. Bestuurders en burgers moesten toen zowel de bewoners van de benedenstad als de bevolking van de Ooijpolder en de Over-Betuwe te hulp schieten. En koning Lodewijk Napoleon stak in eigen persoon de Nijmegenaren een hart onder de riem. Een welkome geste voor een stad die, evenals dat in 1799 het geval was, ‘werd opgepropt van menschen welke (…) door middel van schuiten uit hunnen woningen waren gered’. Dergelijke taferelen speelden zich in de negentiende eeuw herhaaldelijk af, bijvoorbeeld in 1820, 1855 en 1861. Hoewel hoge waterstanden zich ook in de twintigste eeuw met regelmaat voordeden, kwamen catastrofes van deze omvang zelden meer voor. Alleen in 1926 kwam de stad tijdens een watersnood nog in actie als opvangcentrum, nadat de Maasdijk bij Overasselt was bezweken en het Land van Maas en Waal volkomen blank stond. Sindsdien vervaagde de stedelijke herinnering aan watersnoden en calamiteitenbestrijding. Tot de overstromingsdreigingen van 1993 en vooral van 1995 de kracht van de ‘gryze stroomgod’ weer volop terugbracht in het stedelijke collectieve geheugen.
Duik in de geschiedenis van de oudste stad van Nederland. Want Nijmegen heeft veel verhalen te vertellen. Benieuwd? Je leest het allemaal in de historische tijdlijn.