Rembrandt-ontdekker Jan Six in het Kunstcafé van Het Valkhof
Een bomvolle zaal, een geanimeerde sfeer en boeiende gasten in het Kunstcafé van Museum Het Valkhof. In bekoorlijk Vlaams vakkundig aan elkaar gepraat door Babette Degraeve. Het meest zien de bezoekers uit naar het gesprek met Jan Six, kunstkenner met maar liefst twee opzienbarende Rembrandt-ontdekkingen op zijn naam. Maar er komen nog veel meer interessante onderwerpen aan bod. Nijmegen Cultuurstad is erbij.
De faam van het Kunstcafé is het derde seizoen breed doorgedrongen. De museumgalerij, met het fraaie uitzicht op de kastanjebomen, is bomvol. Iedereen vooral in gespannen afwachting van Jan Six, kunsthandelaar en kunstkenner, die recent maar liefst twee Rembrandtontdekkingen deed. Hoe komt het dat hij nota bene twee schilderijen als echte Rembrandts spotte? Heeft hij dat als telg uit een bekend Amsterdams patriciërsgeslacht van huis uit meegekregen, heeft hij connaisseursbloed? Nee, er vloeit geen connaisseursbloed door zijn aderen, antwoordt Jan Six. ‘Je moet dag in dag uit goed kijken. Eerst globaal, dan de informatie in stukken breken, de details, en dan de details weer verbinden tot het geheel. En ik heb een brede kennis van het oeuvre van Rembrandt’.
Creatief gepuzzel
Rembrandt hield van experimenteren. Zijn werkwijze stond haaks op de stromingen in de Gouden Eeuw. Hij deed aan creatief puzzelen, uitproberen en indien nodig bijwerken of overschilderen. Een originele Rembrandt is dus niet glad en foutloos,vertelt Jan Six. Met röntgen- en infraroodbeelden maak je onderliggende lagen zichtbaar en zo kan je vaststellen of je een origineel of een kopie in handen hebt. Een kopie is in een keer goed op het doek gezet. Dat is ook niet zo moeilijk; het voorbeeld is er al.
Een echte Rembrandt?
Maar hoe stel je dan vast of het origineel een echte Rembrandt is? Aan de hand van het tweede door hem ontdekte schilderij ‘Laat de Kinderen tot mij komen’ tilt Jan Six een tipje van de sluier op. Het tafereel is voor de helft overgeschilderd en wordt van verflagen ontdaan, zodat de originele schildering bovenkomt. Six vertelt dat je bovenin een afbeelding van Rembrandt zelf in zijn jonge jaren ziet, toen hij nog geen bekendheid genoot. Daaruit leidt Six af dat het Rembrandt is die het Bijbelse tafereel heeft geschilderd. Waarom zou een andere schilder een arme Rembrandt in zijn jonge jaren afbeelden? Veel waarschijnlijker is dat die de oudere Rembrandt, Rembrandt de bekende schilder, zou hebben afgebeeld. Dat is een aanwijzing dat het een schilderij van Rembrandt zelf is. Jan Six: ‘Ik heb de schilderijen ontdekt, maar of het wel of niet een echte Rembrandt is, daarover moeten we het als deskundigen op basis van alle argumenten met zijn allen eens worden.’
Artsen leren kijken met blik van een kunstenaar
Goed kijken, zowel naar het geheel als naar de details, is belangrijk, vindt ook prof. Jan Keunen, hoogleraar oogheelkunde en opleider aan het Radboudumc. Hij vertelt over de reeks masterclasses ‘De kunst van het kijken en zien voor de medische professie’. Samen met beeldend kunstenaars ontdekken studenten dat kijken met de blik van een kunstenaar hen een betere arts maakt. Inzoomen, uitzoomen en weer inzoomen, zo scherp je je observatievermogen. Het stelt artsen in staat betere diagnoses te stellen, zo is wetenschappelijk bewezen.
Nieuwe tentoonstelling: Ceija Stojka
Hedwig Saam, sinds kort directeur van Het Valkhof, weet haar enthousiasme voor het museum en voor het speelse interieur van architect Ben van Berkel op haar toehoorders over te brengen. De laatste tentoonstelling ‘Maria van Gelre’ was een groot succes. Hedwig beveelt de huidige tentoonstelling ‘Ceija Stojka (1933 - 2013) - Oorlogsherinneringen van een Roma’ aan. Ceija Stojka is tien jaar als ze met haar familie wordt gedeporteerd en in drie concentratiekampen terechtkomt, een beproeving die ze overleeft. Op latere leeftijd maakt ze talloze gedichten en teksten, schilderijen en tekeningen over deze ingrijpende periode in haar leven. De Valkhof stelt er een groot aantal van tentoon. De tentoonstelling duurt tot 10 juni.
Opheffing Bergspoor
Marja Begheyn-Huisman haalt herinneringen op aan het Bergspoortje, een bekende toeristische attractie in de eerste helft van de vorige eeuw. Het trammetje tussen Beek en Berg en Dal overbrugde een hoogteverschil van honderd meter. In 1955 werd het trammetje opgeheven en symbolisch ten grave gedragen. De rouwlinten die daarvoor werden vervaardigd hebben een plekje in Het Valkhof gekregen.
Eén minuut de tijd
Tijdens ‘Uit het Hart’ krijgt iedereen die iets kwijt wil over een initiatief op het gebied van kunst en cultuur in en om Nijmegen één minuut voor een pitch. Een bonte parade van culturele activiteiten passeert de revue.
Klaske Kamstra en Teun Uijlen verzorgden de muzikale afsluiting.
Het Kunstcafé, een ontmoetingsplek voor kunstenaars en kunstliefhebbers, is een initiatief van Vrienden van Museum Het Valkhof. De toegang is gratis. Het volgende Kunstcafé is op 14 juni.
Foto's: Nico van Hoorn