Openbare Kunst in Nijmegen: Het Gezicht van Nijmegen – Door de ogen van het verleden
Op het eiland Veur-Lent aan de noordoever van de Waal bij de voormalige Ford Knotsenburg vind je een gigantisch Romeins masker. Het 6 meter hoge en 4,5 meter brede kunstwerk symboliseert de oudheid van de stad Nijmegen. De kunstenaar Andreas Hetfeld maakte Het Gezicht van Nijmegen in samenwerking met experts zoals Louis Swinkels, conservator van Museum Het Valkhof. “Het verleden kijkt naar ons, en wij kunnen het recht in de ogen kijken”, aldus Louis. Maar hoe is het enorme beeld eigenlijk ontstaan? Een interview met Andreas en Louis over het populairste kunstwerk van Nijmegen.
De eerste ontmoeting
Het Romeinse masker waarop het Gezicht van Nijmegen is gebaseerd, is een van de bekendste vondsten die in deze regio zijn gedaan. “In museum Kam stond een opstelling in de centrale hal waar vier topstukken van het museum stonden, waaronder het masker”, vertelt Louis. “Toen het museum in 1922 werd geopend, was het al een van de prominentere stukken.” En dat gold niet alleen voor de Nijmeegse vondstencollectie, maar voor heel Nederland. “Er zijn verschillende maskers uit de Romeinse tijd gevonden, maar dit was echt een van de mooiste. Het is echt een iconisch object dat hele tentoonstellingen kan dragen. Prachtig als je daar als curator mee mag werken.” Louis Swinkels heeft een groot deel van zijn leven als conservator bij Museum Het Valkhof (voorheen Archeologisch Museum Kam) gewerkt. Zo presenteerde hij de tentoonstellingen aan het publiek en was hij bezig met het beheer van de collectie. In 2020 ging hij met pensioen.
Andreas Hetfeld, beeldhouwer in Nijmegen, komt oorspronkelijk uit Zuid-Duitsland. Hij heeft in Nijmegen opnieuw zijn wortels gevonden en maakt nu vooral kunstwerken voor de openbare ruimte, waarvan het Gezicht van Nijmegen een voorbeeld is. Hij kwam voor het eerst in aanraking met het masker waarop het kunstwerk is gebaseerd toen hij het op internet tegenkwam. “Ik was op zoek naar een geschikte archeologische vondst die interessant zou zijn om mee te doen aan de ideeënwedstrijd 'Nijmegen langs de Waal'”, vertelt Andreas over de wedstrijd die hij in 2017 won. “Ik ben op zoek gegaan naar archeologische vondsten uit een zo vroeg mogelijk tijdperk toen ik dit object tegenkwam. Ik heb naar andere opties gekeken, maar ik kwam steeds weer terug bij dit masker.”
Archeologische fascinatie
Al van kinds af aan is Andreas gefascineerd door dingen die onder de aarde liggen en de wereld betekenis geven. “Als kind ging ik vaak het bos in”, vertelt hij. “Ik was ooit in een Wilgenbosje waar ik een zak in de grond tegenkwam met allerlei Duitse nationale munten. Dat vond ik echt fantastisch. Ik beeldde me meteen in van wie die zak geweest moet zijn en verzon als kind allerlei verhalen.” Deze kinderlijke nieuwsgierigheid naar het begraven verleden uitte zich later in een serieuze interesse in archeologie. “Ik vind dat er in Nijmegen te weinig historie is om te zien en te voelen. Het mag zich dan wel presenteren als de oudste stad van Nederland, maar dat valt niet direct op. Ik denk dat de stad daar meer mee kan en moet doen. Het Gezicht van Nijmegen was voor mij een kans om hieraan bij te dragen.”
Door het masker krijgt de Romeinse geschiedenis van Nijmegen letterlijk en figuurlijk een gezicht. Het masker is een vergroting en artistieke interpretatie van de gezichtshelm uit de inmiddels vaste collectie van Museum Het Valkhof in Nijmegen. Het oorspronkelijke masker dateert uit de tweede helft van de eerste eeuw na Christus. Toen Andreas besloot om van deze oude vondst een kunstwerk te maken, begon hij zich in de geschiedenis ervan te verdiepen. Zo nam hij contact op met Louis en sprak hij met een specialist op het gebied van metaalrestauratie.
De Bataafse ruiters
“We weten dat het een masker van het Romeinse leger was en dat het hoorde bij een helm die het hele hoofd bedekt. Het masker is eigenlijk een vizier van de helm”, verklaart Louis. “Dit zijn maskers die alleen door ruiters werden gedragen.” Een beschrijving uit de Romeinse tijd bewijst dit feit. De cavalerie was in die tijd een speciale legereenheid. De inheemse bewoners van Nijmegen en de Betuwe, de Bataven, waren uitstekende ruiters – en het Romeinse leger nam ze om die kwaliteiten graag in dienst. In Nijmegen zijn de meeste van dit soort helmen gevonden. “Als je zo'n object vindt, is het niet alleen bijzonder vanwege zijn schoonheid, maar ook omdat het verwijst naar de geschiedenis die zich hier afspeelde”, zegt Louis. “De generaties jonge Bataafse jongens die hier hebben gewoond en zo’n helm droegen, worden hiermee weer tot leven geroepen. Dat maakt het voor mij heel boeiend.”
In het gezicht is een gravure te herkennen waarover veel restauratoren hebben gespeculeerd. Was het masker van iemand die zijn naam erin heeft gezet? Of is het puur toeval dat de beschadiging op het masker een naam lijkt te spellen? “Dat maakt het een mooi mysterie”, zegt Andreas erover. “Je weet het nooit zeker”, voegt Louis er aan toe. “Zo heeft iedereen zijn eigen verklaring voor het mysterieuze schrift in het masker, dat Andreas ook in het reuzenmasker heeft verwerkt.”
Met behoud van ambacht
“Ik was erg gefascineerd door de schoonheid van het masker”, begint Andreas over het maakproces van het kunstwerk. “En daarmee bedoel ik niet alleen de uitdrukkingskracht en materialisatie, maar ook hoe het gemaakt is – het vakmanschap.” Toen kwam de uitdaging om dat op grote schaal te vertalen, met behoud van dezelfde sensatie en schoonheid. “Het is nogal wat om zo’n object uit te vergroten zonder dat het grotesk of carnavalesk wordt. Daarom heb ik me erg gefocust op alle details.”
De eerste stap in het maakproces was het maken van een 3D-scan. “Ik wilde ambacht verbinden met het digitale tijdperk. Ik wilde bijvoorbeeld proberen te werken met ouderwetse materialen en middelen, maar ook moderne technologie incorporeren.” Als resultaat van de 3D-scan zijn constructietekeningen gemaakt, waaruit de metalen basisconstructie van het kunstwerk is ontstaan. Die is vervolgens aangevuld met PU-hardschuim, wat resulteert in een mollige vorm die de beginselen van het masker aangaf. Andreas snijdt het schuim vervolgens handmatig in vorm met een kleine stanleymes. Deze ambachtelijke, directe werkmethode zorgde ervoor dat Andreas volledig in zijn kunstwerk op kon gaan. Het object werd vervolgens van binnen en van buiten verpakt in polyester, waarop verschillende soorten metaalpoeder werden aangebracht die zorgden voor de herkenbare goud-zilveren glans en metalen karakter.
Een serene tocht over de rivier
Het Gezicht van Nijmegen zou per schip naar de beoogde locatie worden gevaren, waar een openingsceremonie zou plaatsvinden. Burgemeester Bruls was echter bang dat het grote publiek dat zich hiervoor verzamelde, voor extra besmettingen zou zorgen. Zo werd besloten het masker eerder op de aangekondigde dag te plaatsen, zonder het openbaar te maken. Het proces om het werk naar de locatie te hijsen duurde echter best lang, waardoor zich toch een kleine menigte op de Waalkade verzamelde en er mooie beelden geschoten werden. “Uiteindelijk heeft het masker een serene tocht over de rivier kunnen maken, voordat het op zijn plaats gevestigd werd”, zegt Andreas die zich het moment herinnert als een van de hoogtepunten van zijn kunstenaarscarrière.
Het Gezicht van Nijmegen kijkt nu naar de stad, alsof het erover waakt. “Het verleden kijkt naar ons, en wij kunnen het recht in de ogen kijken”, zegt Louis. “Het is een samensmelting van verleden en heden.” Het is echter nog niet zeker of deze locatie het eindstation van het enorme kunstwerk zal zijn. In principe gaat het kunstwerk naar de andere kant verhuizen – in de buurt van de oude hijskraan, vlakbij het oude Honigcomplex waar nu nog volop gebouwd wordt. “Toch vind ik het landschappelijke karakter van de huidige locatie erg krachtig. Het kunstwerk komt hier volledig tot z’n recht en heeft zich op deze plek volop bewezen. Soms kun je van gedachten veranderen”, zegt Andreas. “Wat ik fascinerend vind, is dat als je naar het masker loopt, het van formaat verandert, maar nooit aan kwaliteit verliest", besluit Louis. "Het is zo levensecht en zo mooi – een enorme aanwinst voor de stad.”