Openbare Kunst in Nijmegen: De Nachtwachter – de kracht en ambacht van Hatert
De Arnhemse beeldend kunstenaar Alphons ter Avest kreeg in 2011 de opdracht om een sculptuur te maken voor het nieuw aangelegde stadspark in Hatert. Jan-Wieger van den Berg, programmamaker van het Besiendershuis en voormalig commissielid beeldende kunst van de gemeente Nijmegen, leidde het kunstproject. De Nachtwachter, het drieënhalve meter hoge aluminium beeld van een uil die over de wijk Hatert waakt, was geboren. We spraken Alphons en Jan-Wieger over het ontwikkelen van De Nachtwachter en openbare kunst als participatieproject.
De gemeente Nijmegen heeft een deel van de wijk Hatert gerenoveerd tot een klein stadspark. Om het park aan te kleden, besloot de gemeente een kunstopdracht uit te schrijven. Jan-Wieger van de Berg was lid van de commissie beeldende kunst van de gemeente Nijmegen en nam deze klus op zich. Hij organiseerde een werkgroep met buurtbewoners en leden van de wijkcommissie. De eerste bijeenkomst was al een succes. Jan-Wieger: “Het was heel gezellig, maar ook confronterend. Mensen vertelden me wat er allemaal mis ging in de buurt, en dat was echt een andere wereld voor mij.”
Jan-Wieger en de werkgroep kwamen uiteindelijk tot de conclusie dat er inderdaad een nieuw beeld moest komen. Eentje die echt waarde toevoegt aan de kunstcollectie in de Nijmeegse openbare ruimte. Jan-Wieger maakte een selectie van kunstenaars die hij geschikt vond en legde het idee aan hen voor. De keuze viel om verschillende redenen op Alphons, zegt Jan-Wieger: “Ik wist dat hij een goede kunstenaar is, hij heeft ervaring met het maken van kunst in de openbare ruimte én hij is heel duidelijk en transparant in de communicatie.” Niet veel later kwam Alphons met een eerste modelversie van de uil met zijn draaiende kop. “De mensen van de buurtgroep waren eigenlijk meteen om”, zegt Jan-Wieger.
De puzzel oplossen
Zodra de randvoorwaarden duidelijk waren, begon Alphons naar eigen zeggen te 'goochelen' met wat mogelijk was. Zijn werk begint altijd met het oplossen van een soort puzzel: wat kan met de voorwaarden, het budget en de locatie waarmee hij moet werken? De kunstopdracht in Hatert bracht hem op allerlei ideeën. “Er waren nogal wat zorgen over deze plaats”, vertelt Alphons. “Er zou meer toezicht moeten komen in de wijk. Iets wat het park overziet, een soort portier.” Zo ontstond het idee van een wachter, die al snel de vorm aannam van een uil die zijn kop kan draaien. Door het draaien van de wind, draait de kop van de uil. “De uil symboliseert wijsheid, natuurlijk. Het aambeeld waar het op staat verwijst weer naar Hatert als een arbeiderswijk: het staat voor kracht en ambacht.”
Met koffie en koek in de gymzaal
Alphons presenteerde het idee aan de werkgroep, die er meteen enthousiast over waren. Het echte werk kon beginnen! En dat was maar goed ook, want voor de omvang die Alphons voor ogen had, was er een volledig afgehuurde gymzaal nodig om in te werken. Tijdens het traject bezocht de werkgroep van buurtbewoners de werkplek van Alphons in Arnhem, uiteraard met koffie en koekjes. ‘Goh, dat wordt een heel groot beeld!’ luiden de eerste reacties. “Omdat ik het als een klein model presenteerde, waren de buurtbewoners in eerste instantie bang dat het beeld te klein zou zijn. Maar toen ze de ware grootte zagen, waren ze toch wel verrast.”
“Ja, dat was heel leuk. We gingen met de wijkdelegatie in een grote bus van de gemeente naar Arnhem”, blikt Jan-Wieger terug. “Het was heel fijn om daar ontvangen te worden door Alphons, die vertelde over het werkproces. Iedereen wilde ook met het beeld poseren.” Hij bekent dat het niet altijd zo 'ideaal' verloopt. “Er hing een goede sfeer doordat de hele buurt bij dit project betrokken was. Het was heel bijzonder dat de buurtbewoners het maakproces van zo dichtbij konden meemaken.”
Geschetst, gegutst, gegoten
Alphons begon met de oogkassen van de uil. Deze zijn net als de rest van de uil met een hete draad uit piepschuim gegutst. Vervolgens werd de uil in zes delen gesneden, waaruit mallen werden gemaakt. “Deze methode bespaart niet alleen kosten, maar maakt het ook een heel iconisch beeld”, legt Alphons uit. “Het is eigenlijk heel kinderlijk. Erg simpel. Het is meteen duidelijk wat het is.” Het gebruik van aluminium was dan ook een juiste keuze, aldus Alphons. “Ik zoek altijd naar een symbiose tussen idee, materiaal en techniek. Dat is voor mij de leidraad om tot een beeld te komen dat helemaal klopt: van idee tot realisatie.”
Het beeld wordt gegoten in een professionele gieterij en daarna geborsteld door Alphons. “In de openbare ruimte creëer je unieke dingen”, zegt Alphons. “Je maakt van elk ding maar één. Daarom wil je het honderd procent goed doen.” In totaal kostte De Nachtwachter hem een half jaar. Daarna werd het beeld feestelijk onthuld, waarbij uiteraard de werkgroep Hatert aanwezig was. Later werden rondom het beeld ook schijnwerpers geplaatst.
Participatieproject
“Bij zogenoemde participatieprojecten als deze moet je niet alleen iets maken dat mensen willen zien, maar je moet je ook in de schoenen van de buurtbewoners kunnen verplaatsen”, zegt Alphons, die in het verleden al soortgelijke werken heeft gemaakt voor Nijmegen, zoals de Neptunus Ring aan de Hengstdalseweg. “Een kunstwerk als dit zal er de komende honderd jaar staan. Daarom moet het ook geschikt zijn voor toekomstige generaties en goed aansluiten bij het karakter van de wijk.” Alphons benadrukt de rol van de gemeente in zo'n proces. “Als je als kunstenaar zo’n wijk ingestuurd wordt, bestaat er altijd een kans dat je voor een karretje wordt gespannen. Dat moet je niet hebben”, zegt hij. “Het moet goed worden begeleid, voorbereid en georganiseerd, zodat het potentieel volledig wordt benut. En dat is wat Jan-Wieger goed gedaan heeft.”
Jan-Wieger noemt het project een succesverhaal. Volgens hem is het bijzonder dat Alphons als kunstenaar zo goed in kaart heeft kunnen brengen wat de bewoners wilden met een kunstwerk als deze, maar ook de open en betrokken houding van de bewoners heeft daaraan bijgedragen. Daarnaast onderstreept hij het belang van de ondersteuning van koepelorganisaties, zoals gemeente- en wijkmanagers, bij het slagen van zulke participatieprojecten. “In de hedendaagse kunst spelen allerlei factoren een rol waar een buitenstaander niets vanaf weet. Aan de andere kant moet er voldoende draagvlak zijn voor kunstprojecten – van de gemeente, maar ook van bewoners”, besluit Jan-Wieger. “Dan is het heel mooi als je een goede match weet te realiseren waar al die elementen bij elkaar komen.”