Keizer Karel in Nijmegen
Als je het over Nijmegen en Karel de Grote hebt, denken de meeste mensen waarschijnlijk aan het beruchte Keizer Karelplein in het centrum van Nijmegen. Het is niet toevallig dat er een groot en belangrijk plein in Nijmegen naar Karel de Grote is vernoemd. Deze Middeleeuwse koning heeft namelijk een persoonlijke link met Nijmegen!
Keizer Karelplein 1900-1905
Middeleeuws Nijmegen
In de achtste en negende eeuw maakt Nederland deel uit van het Karolingische rijk, waarvan Karel de Grote koning en keizer (na 800 n. Chr.) is. Dit enorme rijk loopt van de Pyreneeën in het zuiden, tot Denemarken in het noorden. Om dit enorme rijk te besturen maakt Karel de Grote gebruik van vazallen. Deze lokale leiders zijn trouw aan Karel en verzorgen het dagelijks bestuur van zijn gebieden.
Anders dan tegenwoordig is er in deze periode nog geen sprake van hoofdsteden: koningen en keizers hebben in deze tijd een ‘reizend hof’. Ze verplaatsen zich voortdurend door hun rijk om goed op de hoogte te blijven van wat er overal speelt. Ook Karel de Grote reist dus veel. Zijn raadsheren, geestelijken, bedienden en lijfwachten reizen allemaal met hem mee. Ook moeten er grote hoeveelheden voorraden, kleren en meubels meegenomen worden. Daarnaast brengt Karel de Grote veel geschenken mee, waarmee hij zijn vazallen beloont voor hun loyaliteit. Om Karel en zijn gevolg een goede plek te geven om te verblijven, laat de koning op verschillende plekken in zijn rijk paleizen bouwen. Zo ook in Numaga, zoals Nijmegen toen genoemd werd. De vestiging van dit paleis op het Valkhof, ook wel een “palts” genoemd, laat ook aan omliggende volkeren zien dat de macht van Karel blijvend en stabiel is. De stad ligt dichtbij de noordgrens van het rijk van Keizer Karel en het is in deze regio vaak onrustig. In 777 komt Karel de Grote in Nijmegen Pasen vieren, een grote eer voor de stad. Met zijn keuze voor het Valkhof maakt Karel duidelijk dat hij de opvolger is van de Romeinse machthebbers. Zij hadden hier namelijk hun castellum.
Noormannen op plundertocht
Tegenwoordig is er niets meer te zien van de palts op het Valkhof. De Noormannen plunderen in de negende eeuw regelmatig het gebied rond de Noordzee. Een van hun plundertochten leidt hen in 880 door het gebied langs de Rijn. Als de winter aanbreekt, besluiten ze in de regio te overwinteren. Ze kiezen ervoor om in de oude palts van Karel de Grote te verblijven. De achterkleinzoon en opvolger van Karel, Lodewijk de Jongere, probeert hen te verjagen, maar hij kan niet veel uitrichten. In het voorjaar van 881 besluiten de Noormannen plots om weer vertrekken. Daarbij steken ze wel de gebouwen op het Valkhof allemaal in brand. Zo verwoesten ze ook de palts.
Een gevolg hiervan is dat er nauwelijks archeologische vondsten zijn uit de Karolingische tijd. De bijnaam van Nijmegen “Keizer Karelstad” suggereert dat Karel hier veel en vaak is geweest, maar in de praktijk gaat het om maximaal vier gedocumenteerde bezoeken aan de stad. Één historicus twijfelt zelfs aan de bewijsbaarheid van deze bezoeken. Deze onzekerheid zal voor velen weinig uitmaken: in het collectieve geheugen staat Nijmegen nu eenmaal bekend als “Keizer Karelstad”.
Het standbeeld van Karel de Grote
Stadsmetamorfose in de 19e eeuw
Tegenwoordig is het vooral op het Keizer Karelplein dat de inwoners en bezoekers van Nijmegen aan Karel de Grote worden herinnerd. Dit plein bestaat pas sinds 1879. Tijdens de negentiende eeuw barst de stad uit haar voegen. De oude vestingwerken worden gesloopt en veel van de openbare ruimte wordt opnieuw ingericht. Stadsplanners ontwerpen de ‘nieuwe stad’ als een modern netwerk van straten, parken, en singels. Het Keizer Karelplein staat centraal in hun ontwerp. De stadsplanners willen de oude koning eren omdat hij in de Middeleeuwen zo belangrijk was voor Nijmegen. In het plantsoen in het midden van het verkeersplein staat sinds 1962 een ruiterstandbeeld van de Frankische koning, als aandenken aan Karel. Het is een hele uitdaging om het standbeeld te bereiken door het drukke verkeer op het verkeersplein, maar het is zeker de moeite waard!