In De Blaauwe Hand, café met middeleeuwse roots

| Luus Veeken

Vlak bij de Grote Markt, in een straatje met de intrigerende naam Achter de Hoofdwacht, ligt een juweeltje van een café: In de Blauwe Hand. Dit oudste café van Nijmegen is gevestigd in een pand dat nog veel ouder is. Het is een van de eerste stenen gebouwen voor de burgerij en dateert uit 1320. De hele ambiance van In de Blaauwe Hand ademt historie. IntoNijmegen redacteur Luus Veeken nam er een kijkje en sprak met eigenaar Gert de Graaf.  


Gert de Graaf

Zeven eeuwen historie

Drink je een biertje aan de tap van café In De Blaauwe Hand, kijken er zeven eeuwen op je neer. Een biertje daar smaakt toch echt anders. Het café, net om de hoek bij de Grote Markt van Nijmegen, ligt aan een straatje met een even opmerkelijke naam: Achter de Hoofdwacht. Alles ademt er historie. Eigenaar Gert de Graaf voelt zich er als een vis in het water. Hoe kan het anders, hij is historicus. Na zijn studie in de horeca beland en niet meer weggegaan. Hij heeft bier gebrouwen, heeft zich bekwaamd in de vinologie en café In De Blaauwe Hand overgenomen, 27 jaar geleden alweer.

Wisseltaps

De Blaauwe hand is een sfeervol, intiem café, waar liefhebbers van bier, wijn en andere dranken, ruime keuze hebben uit een wisselend aanbod. Het heeft alcoholische en non-alcoholische dranken. Maar liefst zeven wisseltaps met elke twee weken andere bijzondere bieren. Het deskundige en gastvrije personeel kan je uitstekend adviseren over de bieren, zo mocht ik ervaren. En heb je zin in een hapje, ook daarvoor kan je In De Blaauwe Hand terecht.

Lakenhal

En de historie van het pand? Gert vertelt dat rond 1320 in Nijmegen een Lakenhal is gebouwd. Later, in de zeventiende eeuw, is tegenover de Lakenhal de Waag gebouwd. "De Lakenhal was een langgerekt gebouw. Het liep van hier helemaal tot aan de Stikke Hezelstraat. De begane grond, een open ruimte met arcades, diende als marktplaats. Er werd vooral laken verhandeld, een fijne stof geweven uit schapenwol. Vandaar de naam Lakenhal". Gert wijst op de blauwgrijze steunpilaren in zijn zaak. "Dat zijn nog de originele pilaren van de arcade uit begin veertiende eeuw". Op de eerste verdieping, de factorij, was een weverij en een ververij. Daar werd vooral gewerkt met indigo, een donkerblauwe kleurstof, je weet wel, van de spijkerbroeken.

Achter de Hoofdwacht

Op de bovenverdieping van de Waag was de Hoofdwacht van het Garnizoen en de Burgerwacht gehuisvest, voorlopers van de huidige politie. Daarom werd het straatje waar de Lakenhal deels aan lag in de volksmond Achter de Hoofdwacht genoemd. In de Franse tijd, toen alles en iedereen een naam moest hebben, is het de officiële naam van het straatje geworden. 

Niemand minder dan Karel de Vijfde was in 1546 aanwezig bij een groot feest in de Lakenhal. Echt historische grond dus, daar Achter de Hoofdwacht!

Tot aan de ellebogen in het blauwsel

Zo omstreeks 1540 was het trouwens gedaan met de lakenhandel in Nijmegen. De immense Lakenhal werd opgedeeld in aparte woon- en werkruimtes. Er werd nog wel op kleine schaal geweven en geverfd, vertelt Gert. "De ruimte waarin nu In De Blaauwe hand is gevestigd, deed dienst als kantine voor de ververs, mannen die tot aan hun ellebogen in het blauwsel zaten. In de volksmond werd de kantine daarom al snel De Blaauwe Hand genoemd", aldus Gert.

Karakteristieke Lakenhalpanden

Na de opdeling in woon- en werkruimtes is in de sliert Lakenhalpanden ook nog een toegangspoort tot de Sint Stevenskerk aangebracht. Dat de Lakenhalpanden ooit één pand vormden kun je nu niet meer zien. Gelukkig hebben de Lakenhalpanden onder de Tweede Wereldoorlog relatief weinig te leiden gehad en is dit karakteristieke stukje Nijmegen behouden gebleven.

Wil je ook weleens het fraaie interieur van In De Blaauwe Hand bewonderen en genieten van de plezierige sfeer? Dat kan gelukkig weer!

 

Fotografie: Wilger Brevoord

Dit vind je misschien ook leuk...