Open Joodse Huizen op 3 mei: Joodse slachtoffers krijgen een gezicht

Wie waren de Joodse Nijmegenaren, die het slachtoffer werden van het nazisme? Waar woonden ze, hoe leefden zij? Waar werkten ze, wat waren hun verhalen, hun dromen?

Voor de Tweede Wereldoorlog woonden er ruim 500 Joden in Nijmegen. Van hen werden er meer dan 450 afgevoerd naar concentratiekampen en vermoord. Door Stolpersteine of ‘struikelstenen’ te leggen bij de huizen waar ze woonden en die tijdelijk open te stellen, krijgt het publiek een beetje een antwoord op bovengenoemde vragen. In november volgt een expositie over het verhaal van de Joden in Nijmegen voor en tijdens de oorlogsjaren.

Het verhaal van de Menco's

Kijk naar het familieportret van het gezin Menco, ook wel Minco genoemd. Vader David was koopman in manufacturen. Hij en zijn vrouw Elisabeth hadden een zaak in garnituren, garen en band aan de Lange Hezelstraat 41 in Nijmegen. Het echtpaar had twee zoons: Nathan en Sallie. Nathan werd begin oktober 1942 gearresteerd, maar wist uit kamp Westerbork te ontsnappen en onder te duiken. Hij overleefde de oorlog. Zijn ouders en broertje werden bij de grote razzia van 17 november opgepakt en naar Auschwitz gedeporteerd. Elisabeth en Sallie werden daar niet veel later vermoord, vader David later ergens in Midden-Europa.

De Menco’s waren kennissen van een andere Joodse familie: Abraham Vrengel en zijn vrouw Mietje Vrengel-Eichenwald, die woonden aan de Begijnenstraat 11. Zij hadden twee dochters: Fokkina en Diny. Abraham handelde in zakken, lompen en oude metalen. Diny werkte bij de modezaak Wisbrun & Liffman in de Broerstraat, Fokkina in Amsterdam. In 1942 kwam Roosje Maas-Eichenwald – een zus van Mietje – bij de familie inwonen, met haar dochter Diena.

Zij werden allen opgepakt, behalve Diny, die onderdook en de oorlog overleefde. Abraham en Fokkina Vrengel werden in Auschwitz vermoord, moeder Mietje in Sobibor. Diena Maas wist de kampen Auschwitz en Ravensbrück te overleven.

Begin april zijn bij de twee laatste woonadressen van deze gezinnen en op nog twee andere plaatsen in Nijmegen zogenaamde Stolpersteine gelegd. ‘Struikelstenen’, vierkante steentjes met een goudgele bovenkant van messing. Ze worden geplaatst voor adressen waar Joodse inwoners woonden, voor ze werden afgevoerd en vermoord. Op elke steen de naam, geboortedatum, datum van deportatie en sterfdatum, voor zover bekend, van degene die is vermoord.

Naast de panden Lange Hezelstraat 41 en Begijnenstraat 11 gaat het om twee plekken aan de Stikke Hezelstraat. In totaal zestien Stolpersteine op vier plaatsen, in het najaar volgt een tweede reeks.

Open Joodse Huizen op 3 mei

Dinsdag 3 mei is de dag van Open Joodse Huizen/Huizen van Verzet, een jaarlijks terugkerend landelijk programma van kleinschalige bijeenkomsten in huizen waar Joden woonden, ondergedoken zaten of werkten vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Nijmegen zijn er vijf huizen en gebouwen te bezoeken en zes verhalen te volgen in sessies van 45 minuten. Eén van de ‘open huizen’ is Begijnenstraat 11. Philip Menco, zoon van Nathan en Rebecca Berry-Meijer, kleindochter van Diena Maas, zullen het verhaal vertellen van de families Menco, Vrengel en Maas.

Voor meer informatie zie:

www.jck.nl/nl/page/nijmegen-0
www.stolpersteine-nijmegen.nl 
www.oorloginnijmegen.nl

Dit vind je misschien ook leuk...