Kerstboomverkoop op de Wedren: al decennia een begrip
De dagen worden korter en de nachten kouder. Nijmegen is al prachtig versierd met lichtjes en de kerstsfeer is al goed te voelen in de stad. Ook Ernst uit Nijmegen-Oost is er al helemaal klaar voor. Het grijze plein van de Wedren zal vanaf eind november groen zien van de kerstbomen. “Ze komen zo een heel grote vrachtwagen met bomen brengen”, zegt Ernst, en dan kan de drukte beginnen!
Al staat de Wedren in de zomer bekend als het start- en finishterrein van de Vierdaagse, in de winter is het ook “een écht begrip geworden.” “Ik doe dit al meer dan 30 jaar”, vertelt Ernst, die ook toegeeft dat dit een hele tijd is. “De hoofdzaak dat ik het nog blijf doen, terwijl ik ouder word, is dat ik het keileuk en gezellig vind. De mensen vinden het leuk om een kerstboom te kopen, en ik kan het eigenlijk niet laten. Ik vind het gewoon prachtig om te doen. Ik heb eerst drie jaar op het Kelfkenbos gestaan. Toen ben ik eigenlijk op de Wedren terechtgekomen, en dat is gewoon een begrip geworden hier. Ik sta hier nu vijf- of zesentwintig jaar. Ik heb de tel niet meer bijgehouden.”
Vertrouwde en nieuwe gezichten
Terwijl hij het plein als zijn thuis beschouwt, is dat niet de reden waarom hij er jaar na jaar weer staat. Het zijn de mensen voor wie hij elk jaar terugkomt. “Er komen heel veel dezelfde mensen terug, en dat is gewoon keigezellig. Ik sta vaak een half uur, soms wel drie kwartier, te kletsen voordat de mensen weggaan, over van alles en nog wat en over niks”, zegt Ernst met een lachje. Naast de oude, vertrouwde gezichten ziet Ernst ook regelmatig nieuwe mensen langskomen. “Veel nieuwe studentjes”, maar ook “bouwvakkers die van werk afkomen, die hier stoppen met hun busje en een boom meenemen.”
Ernst geeft wel toe dat dit brede publiek niet altijd even gemakkelijk is. “Vaak komen er ook mensen die alleen maar Engels spreken. Ik ben bijna zeventig, en ik kan geen woord Engels. Dan kom ik nog weleens in de problemen; dan moet ik iemand op straat aanhouden: ‘Kan jij Engels?’”
Elk jaar hetzelfde, maar toch iets anders
“Mijn bomen komen elk jaar uit Brabant en Limburg. Ik heb gewoon Nederlandse bomen en al jaren vaste kwekers”, vertelt Ernst over de kerstbomen. “Ik heb eigenlijk altijd wel hetzelfde aantal bomen dat ik hier verkoop”, vervolgt hij, maar daar kan dit jaar misschien verandering in komen. “Ik ben heel benieuwd, want er is nou weer een nieuwe trend dat de mensen allemaal een echte boom willen in plaats van een neppert. Dus ik ben heel benieuwd wat het gaat worden.”
“Ik hoorde ook dat de bomen allemaal wat groter moesten zijn, maar of het allemaal zo is, dat weet ik niet.” Elk jaar is het weer een beetje een gok, maar Ernst is ervan overtuigd dat hij voor iedereen wel iets heeft. “Ik heb alle maten: in pot, met kluit, zonder pot.” Het loopt dan ook altijd goed. “Het is hier gewoon drie weken, vanaf eind november, een gekkenhuis”, zegt Ernst. “Het is zeven dagen in de week een gekkenhuis.”
Sinterklaas heeft steeds minder invloed
De drukte begint al vroeg in december. Zelfs in november is er al grote vraag naar kerstbomen. Ernst vertelt dat het al begint als hij nog het hekwerk aan het opbouwen is. Mensen die langslopen vragen wanneer hij opent, en mensen bellen hem zelfs op: “Heb je al bomen? Heb je al bomen?”
De invloed van Sinterklaas wordt steeds minder. “Tien jaar geleden verkocht ik bijna niks vóór Sinterklaas. Dan was het altijd pas vanaf Sinterklaasavond laat dat mensen ineens bomen kwamen kopen.” Dat het Nederlandse feest minder wordt gevierd, merkt Ernst ook aan andere dingen dan zijn bomenverkoop. “Vroeger was er ook een Sinterklaascircus daar in het park”, zegt hij terwijl hij met zijn hoofd naar het Julianapark knikt, “maar dat zie je allemaal niet meer. Het hele weekend vóór 5 december liepen hier Pieten en waren er feesten. Al die kinderen gingen daar naartoe. Pieten kwamen hier pepernoten brengen als ze me zagen staan, maar dat is allemaal niet meer.”
Kerst in opmars
Waar de festijnen rondom Sinterklaas misschien afnemen, neemt de hoeveelheid kerst die je terugziet in de stad juist toe. “Ik merk ook wel dat er steeds meer concurrenten bij komen, dat iedereen maar zo bomen gaat verkopen”, zegt Ernst met een frons op zijn gezicht. “Ik vind wel dat ze dat een beetje in de hand moeten houden.” “Er zijn wat vaste staanplaatsen in Nijmegen, we kennen elkaar allemaal”, legt Ernst verder uit. “Wij komen allemaal onder elkander, een of twee keer in het jaar. We spreken dan met elkaar af wat de prijzen zijn. Anders is het niet leuk.”
Hij merkt wel dat, net als bij heel veel dingen, de prijzen van de kerstbomen ook wel iets omhoog moesten dit jaar. “Maar ik probeer wel altijd zo laag mogelijk te blijven”, voegt Ernst toe. “Ik ken de mensen een beetje”, zegt hij. Ernst probeert het feest voor iedereen toegankelijk te houden. “Daar voel ik mij gewoon lekker bij.”
Fotografie: Simone Jansen