‘Jong en oud, iedereen moet kunnen blijven zien’
⌂ » Werk & ondernemen » Nijmegen innoveert
Caroline Klaver haalde dit jaar de NWO Zwaartekracht-subsidie binnen, één van de meest prestigieuze wetenschappelijke beurzen in Nederland. Hierdoor kan ze maar liefst tien jaar lang onderzoek doen naar blindheid bij jongeren, én bij 55-plussers.
'Ja, het is best bijzonder dat we deze beurs hebben binnengehaald’, beaamt oogarts en hoogleraar Epidemiologie en genetica van oogziekten Caroline Klaver. Maar, zegt ze er meteen achteraan, 'dit is niet alleen míjn werk. Deze grant is bedoeld voor consortia. We werken met 28 onderzoekers uit negen instellingen samen. Een groot deel van hen werkt hier in het Radboudumc, waar we echt goed zijn in onderzoek naar blindheid.'
Klaver is echter wel de consortiumleider van project Lifelong Vision. Het consortium ontvangt hiervoor 22 miljoen euro, goed voor tien jaar onderzoek. Caroline Klaver: 'Dit komt bijna niet voor. De meeste beurzen zijn voor maximaal vijf jaar. Met de Zwaartekracht-beurs kunnen we veel doen, waaronder hoog-risico-onderzoek: werk waarvan we denken dat het kansrijk is, maar niet weten of het daadwerkelijk gaat lukken.'
Lifelong Vision
Lifelong Vision is gericht op twee veelvoorkomende netvliesaandoeningen die leiden tot blindheid. Allereerst de belangrijkste oorzaak van blindheid bij jongeren: monogenetische (waarbij de aandoening ontstaat door een foutje in één specifiek gen) netvliesaandoeningen, zoals Retinitis Pigmentosa en Ushersyndroom. Bij mensen ouder dan 55 jaar komt Leeftijdsgebonden Maculadegeneratie (LMD) het vaakst voor. Dit treft het centrale deel van het netvlies, dat nodig is voor lezen en gezichtsherkenning. Hierbij neemt het zicht geleidelijk af.
We weten veel over de oorzaken van deze aandoeningen, vertelt Klaver. Bij LMD speelt leefstijl een belangrijke rol, met name roken en ongezond eten. ‘Daarnaast zijn er 34 verschillende genen betrokken bij LMD, waarvan vijf heel belangrijke.’ Zelf ontdekte ze als jonge onderzoeker de eerste van deze 34 genen. Eigenlijk door logisch nadenken: ‘Het was een gen dat belangrijk is bij dementie, APOE. Ik dacht: LMD is dementie van het oog, dus misschien speelt dat hier ook. Dat bleek zo te zijn.’
Al eerder, tijdens haar opleiding, werd ze gegrepen door het labonderzoek: ‘Ik onderzocht oogafwijkingen bij patiënten na een harttransplantatie, onder leiding van oogarts en hoogleraar Carel Hoyng, die inmiddels al lang in het Radboudumc werkt. We ontdekten dat de transplantatie soms een enorme ontstekingsreactie in het oog teweegbrengt, heel bijzonder vond ik dat. Met dit soort onderzoek maak je het verschil.’
Foutje in het gen vervangen
Een belangrijke behandeling bij zowel monogenetische netvliesaandoeningen als LMD is gentherapie, vertelt Caroline. Hierbij wordt een versie van een gezond gen in het oog gebracht, dat de taak van een defect gen overneemt. ‘Het oog is het eerste orgaan waar succesvol gentherapie is toegepast, maar we zien nu dat op langere termijn de positieve effecten uitblijven.’ Daarom wil Lifelong Vision met behulp van de Zwaartekracht-subsidie de reparatie veel preciezer gaan uitvoeren, waarbij niet het héle gen vervangen wordt, maar alleen het foutje in het gen. ‘In het Radboudumc zijn we hier enorm goed in. Met name onderzoekers Rob Collin en Carel Hoyng houden zich bezig met de ontwikkeling hiervan en de vervolgstappen naar de kliniek.’
Jaloers op zebravissen?
Deze gentherapie kan echter alleen als het weefsel van het netvlies nog intact is en de cellen nog te repareren zijn. Kan dat niet meer, dan heeft deze therapie geen zin. Klaver: ‘Daarom willen we ook achterhalen hoe het ziektemechanisme precies werkt en waarom een cel doodgaat. Dat biedt aanknopingspunten om cellen in leven te houden, bijvoorbeeld met een speciale cocktail van eiwitten die de cellen daarbij helpen. Dat gaat geneticus Ronald Roepman doen. In het bijzonder bekijken we zebravissen. Die hebben namelijk iets dat wij heel graag willen hebben: zij kunnen zelf hun netvlies herstellen. Samen met onder meer onderzoeker Erwin van Wijk willen we proberen dit te vertalen naar de mens.’
Netvlies uit een bioprinter
Het netvlies bestaat uit tien lagen op elkaar die met elkaar communiceren. Maar wat als er niks meer over is? Dan heb je een nieuw netvlies nodig. Dat maken is heel ingewikkeld, aldus Caroline Klaver: ‘We willen weten of we een netvlies kunnen maken met een bio-printer, die de verschillende cellagen op elkaar zet. En we zoeken uit hoe dat geprinte netvlies aansluiting kan vinden in het vaatvlies. Dit is echt hoog-risico-onderzoek: ik weet niet hoever we hiermee komen in tien jaar tijd.’
De volgende stap gebeurt door onderzoeker Zohreh Hosseinzadeh. Zij ontwikkelt modellen om te onderzoeken of de therapieën in het lab werken. Daarna volgt een nóg grotere vraag: kunnen we voorspellen wie welke behandeling nodig heeft? Hiervoor gaat Klaver samen met het Amsterdam UMC AI ontwikkelen, waarbij ze gebruik maakt van onder meer de gegevens die ze verzamelt bij haar andere werkgever, het Erasmus MC.
Ze combineert hiermee het beste van twee werelden, zegt ze daar zelf over. ‘Ik zie mezelf als bruggenbouwer tussen deze twee instellingen. In Rotterdam doen we veel langlopend bevolkingsonderzoek. In Nijmegen, waar ik sinds 2016 werk, zijn we ongelooflijk goed in het labwerk en de genetica. Zo versterken we elkaar, en ontwikkelen we de juiste zorg voor de juiste patiënt.’
Zo werkt het netvlies
Het netvlies (of retina) is een dun laagje dat achter in het oog de binnenkant van onze ogen bekleedt. Dit laagje is heel gevoelig voor licht en bevat miljoenen cellen: kegeltjes en staafjes. Deze zogeheten fotoreceptoren vangen het licht op dat het oog binnenkomt en zetten het om in elektrische signalen. Deze signalen gaan vervolgens via een aantal andere cellagen en de oogzenuw naar de hersenen, die dat weer omzetten in het beeld dat wij zien. Klaver: ‘Het netvlies is de buitenplaats van ons brein, en is, in tegenstelling tot onze hersenen, goed in beeld te brengen. Dat maakt ons onderzoek ook ongelooflijk interessant voor andere organen.’
Laat wetenschap werken
Caroline Klaver: ‘Wetenschappelijk onderzoek is enorm belangrijk voor academische centra. Nieuwe dingen vinden geeft zoveel spin-off, in de patiëntenzorg, in het onderwijs. Zeker met de uitdagingen die voor ons liggen in de zorg, moeten we wetenschap in de academie koesteren. Het is niet zomaar een hobby, leuk om ons mee bezig te houden. Het geeft ons als academisch ziekenhuis bestaansrecht. Maar dat niet alleen. Amerikaans onderzoek toonde aan dat elke dollar die door oud-president Barack Obama is geïnvesteerd in innovatie en onderzoek, maar liefst zeven dollar heeft opgeleverd voor de maatschappij. Wat ik wil zeggen: de kosten gaan voor de baten uit. Als we geen investeringen willen doen, zullen we op termijn alleen maar verliezen. Niet alleen als wetenschappers, maar ook als overheid en samenleving als geheel.’