Immuunsysteem reageert heviger op virussen en bacteriën na lockdown
⌂ » Werk & ondernemen » Nijmegen innoveert
Onderzoek van het Radboudumc laat zien dat de lockdowns tijdens de COVID-19-pandemie impact hadden op de immuunreactie van mensen tegen micro-organismen. Tijdens de lockdown waren de ontstekingswaarden in het lichaam laag, maar erna reageerde het immuunsysteem heviger op virussen en bacteriën. De resultaten zijn nu verschenen in Frontiers in Immunology.
De onderzoekers keken in deze studie naar de effecten van verschillende gezondheidsmaatregelen die werden ingevoerd tijdens de pandemie, zoals lockdowns en vaccinaties. Het onderzoek werd uitgevoerd onder mensen met hiv en een controlegroep bestaande uit mensen zonder hiv of andere aandoeningen. De onderzoekers zagen dat de ontstekingswaarden in het bloed van mensen uit beide groepen laag waren tijdens de lockdown. Maar toen ze de immuuncellen uit het bloed in het laboratorium in contact brachten met micro-organismen zoals virussen en bacteriën, reageerde het immuunsysteem juist heviger.
Hygiënehypothese
Als mogelijke verklaring voor deze immuunreactie noemt hoogleraar van het Radboudumc Mihai Netea de hygiënehypothese. Deze hypothese onderzoekt of het gebrek aan blootstelling aan omgevingsfactoren bijdraagt aan de toename van het aantal mensen met onder meer auto-immuunziekten en allergieën. Netea: ‘We komen in ons dagelijks leven continu in aanraking met allerlei micro-organismen. Daardoor trainen we ons immuunsysteem, dat herkent welke micro-organismen gevaarlijk zijn, en welke onschuldig. Tijdens de lockdown misten we die interactie, mensen waren veel binnen en er was minder onderling contact. Na afloop van de lockdown, toen mensen elkaar weer opzochten en in contact kwamen met elkaar, reageerde het immuunsysteem heviger op micro-organismen.’
Over de opzet van de studie
Dit onderzoek kwam tot stand doordat het Radboudumc en drie andere Nederlandse hiv-behandelcentra een grote studie startten naar mensen met hiv. De werving van deelnemers aan die studie was tussen oktober 2019, net voor de COVID-19-pandemie uitbrak, en oktober 2021. Aan dit zogeheten 2000HIV-onderzoek doen 1895 mensen met hiv mee. Deze studie is onderdeel van een groot onderzoeksproject naar de werking van het immuunsysteem en de verscheidenheid aan immuunreacties.
De deelnemers aan het onderzoek werden onderverdeeld in vier groepen:
- 368 personen werden geïncludeerd voor de pandemie
- 851 personen werden geïncludeerd na de lockdown, en voor een eventuele vaccinatie of COVID-19-infectie
- 175 personen die een COVID-19-infectie hadden gehad
- 404 gevaccineerde personen
De deelnemers gaven onder meer bloed af, dat werd onderzocht op de mate van ontsteking. Ook keken de onderzoekers in het laboratorium naar de interactie tussen geïsoleerde bloedcellen en virussen en bacteriën. Hoogleraar Andre van der Ven: ‘De resultaten van dit onderzoek zeggen met name wat over mensen die leven met hiv, maar daarnaast keken we ook naar een gezonde controlegroep. Daar zagen we vergelijkbare resultaten, waardoor de effecten mogelijk voor de hele samenleving gelden. Naar deze groep is echter meer onderzoek nodig.’
Bewust zijn van impact
Uit het onderzoek bleek ook dat de vaccins en een COVID-19-infectie van invloed waren op de reactie van het immuunsysteem. Deze effecten waren echter klein en kortdurend, legt Netea uit, en waren een stuk kleiner dan de impact van de lockdowns op de effecten van het immuunsysteem. Netea: ‘We hebben meer kennis nodig over sociale omstandigheden die onze afweer mogelijk beïnvloeden. Tijdens de pandemie waren de lockdowns noodzakelijk, vooral in het begin. Daarnaast moeten we onderzoeken of een lockdown nadelige effecten kan hebben, en hoe we die effecten eventueel kunnen verminderen of voorkomen. Zo kunnen we ingrijpende sociale maatregelen optimaal gebruiken in een mogelijk toekomstige pandemie.’