Baarmoederverzakking? De baarmoeder behouden is beter dan verwijderen concludeert Radboudumc
Bij een baarmoederverzakking geeft een operatie waarbij een gezonde baarmoeder behouden blijft betere resultaten dan een operatie waarbij de baarmoeder verwijderd wordt. Na vijf jaar hebben de vrouwen die een baarmoederbesparende operatie ondergingen minder terugkerende klachten dan vrouwen wiens baarmoeder wel werd weggehaald. Dit laat promotieonderzoek van Sascha Schulten van het Radboudumc zien.
Verzakking van de bekkenorganen is een veelvoorkomende aandoening. Naar schatting heeft zo’n 40 procent van de vrouwen boven de 45 jaar in meer of mindere mate te maken met baarmoederverzakking. Lang niet al deze vrouwen ondervinden klachten van de verzakking, maar jaarlijks leidt het bij zo’n 15.000 van hen tot een medische ingreep.
Als een operatie nodig is, wordt meestal voor een vaginale operatie gekozen. Dan zijn er globaal gezien twee keuzes. Bij de ene operatie verwijdert de gynaecoloog de baarmoeder, de andere optie is dat de baarmoeder behouden blijft en wordt opgehangen met hechtingen.
Welke ingreep de beste resultaten geeft, was tot nu toe onduidelijk. Arts-onderzoeker Sascha Schulten volgde vrouwen die een verzakkings-
operatie ondergingen tot vijf jaar na de operatie en maakte de balans op. Hieruit kwam naar voren dat het behoud van de baarmoeder, door een sacrospinale fixatie, leidt tot minder terugkeer van klachten, een nieuwe verzakking of een nieuwe ingreep.
Preventie
Daarnaast laat Sascha Schulten zien dat onder meer leeftijd, BMI, roken en een vergevorderd stadium van de verzakking risicofactoren zijn voor het terugkeren van de verzakking of klachten. Dat biedt aanknopings-
punten voor preventie. ‘We willen vrouwen die een hoog risico lopen het liefst al zo vroeg mogelijk in beeld hebben. Dan kan bijvoorbeeld bekkenbodemtherapie worden ingezet of kan gerichter voor een ingreep worden gekozen’, aldus Schulten.
Schulten: ‘Niet eerder werden vrouwen zo’n lange tijd na deze ingrepen gevolgd. We kunnen nu eindelijk wat zeggen over de voorkeurs-
behandeling. We kunnen vrouwen in de spreekkamer beter informeren, en dat is goed nieuws.’ Schulten vindt het belangrijk dat het taboe van het onderwerp af gaat: ‘Dat taboe heerst helaas nog steeds, het zou mooi zijn als het gemakkelijker bespreekbaar wordt voor vrouwen.’
Vervolgonderzoek naar type besparende operatie
Schulten werkte ook mee aan een onderzoek waarbij gekeken wordt welk type baarmoederbesparende operatie beter is. Er zijn twee typen, één waarbij de baarmoeder met onoplosbare hechtingen wordt opgehangen (sacrospinale fixatie), en een operatie waarbij de bestaande banden ingekort worden met oplosbare hechtingen. Schulten: ‘Beide ingrepen hebben voor- en nadelen, die brengen we nu in kaart. Zo kunnen vrouwen een nóg betere keuze maken. Die shared decision making vind ik erg belangrijk.’
Dit artikel verscheen eerder op Radboudumc.